De Zuidkanter - Ambachtsschool De Zuidkanter de digitale krant voor Zaandam Zuid http://www.dezuidkanter.nl/ambachtsschool 2025–05-11T09:29:09+00:00 De Zuidkanter webmaster@cdezuidkanter.nl Joomla! — Open Source Content Management Film Ambachtsschool overgedragen 2019–07-02T07:40:33+00:00 2019–07-02T07:40:33+00:00 http://www.dezuidkanter.nl/ambachtsschool/2289-film-ambachtsschool-overgedragen Greet pleksant@planet.nl

Film Ambachtsschool overgedragen

Van onze redactie, Ruud Meijns
„Ambachtsfilm”De film ‘Bouwers van de toekomst’ die in 1959 in opdracht van het bestuur van de Ambachtsschool P.W. Jedelooschool werd gemaakt, is terecht. De film werd in 1960 aan de leerlingen vertoond tijdens het jubileum van de school. Jarenlang was de film onvindbaar. Tijdens mijn zoektocht naar informatie over de Ambachtschool vroegen oud-leerlingen ernaar want ze hadden de film tenslotte gezien. Uiteindelijk werd met behulp van een advertentie in de krant de film bij mevr. Ineke Spronkers thuis op zolder gevonden.

„Ambachtsfilm2”Rechts: Een foto gemaakt tijdens een proefvertoning.

De man van mevr. Spronkers was directeur ten tijde van de overgang van de Jedelooschool naar De Nieuwe Vaart.

Toen het gebouw aan de Westzijde leeg opgeleverd moest worden om er appartementen in te bouwen, liepen ze voor een laatste inspectie door de school en hebben toen nog waardevolle zaken meegenomen voordat die in de afvalbak terecht zouden komen. Hieronder zaten een aantal filmblikken en een projector. Dat alles is bij het gemeentearchief afgeleverd.

Nadat de filmblikken op het gemeentearchief waren geopend en voorzichtig stukjes film werden bekeken bleek de bedoelde film er inderdaad in te zitten.
De film, 16 mm, is nog in goede staat, maar wat nog ontbreekt is een geluidsspoor. Volgens experts moet er een aparte band bij hebben gezeten die het geluid van de film draagt. Naar die band wordt nog gezocht. 
„Ambachtsfilm3”Deze film is 28 juni 2019 officieel overgedragen aan het gemeentearchief Zaanstad waar het origineel onder goede omstandigheden bewaard zal worden. Er is inmiddels een digitale versie van gemaakt en mocht de geluidsband nooit gevonden worden wordt eraan gedacht een commentaar onder de film te zetten van iemand die de school in die tijd kende. Een publieke vertoning behoort tot de mogelijkheden.

Rechts: Mevrouw Spronkers tekent de overdrachtspapieren.

Film Ambachtsschool overgedragen

Van onze redactie, Ruud Meijns
„Ambachtsfilm”De film ‘Bouwers van de toekomst’ die in 1959 in opdracht van het bestuur van de Ambachtsschool P.W. Jedelooschool werd gemaakt, is terecht. De film werd in 1960 aan de leerlingen vertoond tijdens het jubileum van de school. Jarenlang was de film onvindbaar. Tijdens mijn zoektocht naar informatie over de Ambachtschool vroegen oud-leerlingen ernaar want ze hadden de film tenslotte gezien. Uiteindelijk werd met behulp van een advertentie in de krant de film bij mevr. Ineke Spronkers thuis op zolder gevonden.

„Ambachtsfilm2”Rechts: Een foto gemaakt tijdens een proefvertoning.

De man van mevr. Spronkers was directeur ten tijde van de overgang van de Jedelooschool naar De Nieuwe Vaart.

Toen het gebouw aan de Westzijde leeg opgeleverd moest worden om er appartementen in te bouwen, liepen ze voor een laatste inspectie door de school en hebben toen nog waardevolle zaken meegenomen voordat die in de afvalbak terecht zouden komen. Hieronder zaten een aantal filmblikken en een projector. Dat alles is bij het gemeentearchief afgeleverd.

Nadat de filmblikken op het gemeentearchief waren geopend en voorzichtig stukjes film werden bekeken bleek de bedoelde film er inderdaad in te zitten.
De film, 16 mm, is nog in goede staat, maar wat nog ontbreekt is een geluidsspoor. Volgens experts moet er een aparte band bij hebben gezeten die het geluid van de film draagt. Naar die band wordt nog gezocht. 
„Ambachtsfilm3”Deze film is 28 juni 2019 officieel overgedragen aan het gemeentearchief Zaanstad waar het origineel onder goede omstandigheden bewaard zal worden. Er is inmiddels een digitale versie van gemaakt en mocht de geluidsband nooit gevonden worden wordt eraan gedacht een commentaar onder de film te zetten van iemand die de school in die tijd kende. Een publieke vertoning behoort tot de mogelijkheden.

Rechts: Mevrouw Spronkers tekent de overdrachtspapieren.

Pieter van der Schoor - Ambachtsschool 1960-1962. 2018–01-22T11:52:03+00:00 2018–01-22T11:52:03+00:00 http://www.dezuidkanter.nl/ambachtsschool/1548-pieter-van-der-schoor-60–62 Greet pleksant@planet.nl

Pieter van der Schoor - Ambachtsschool 1960–1962.

Van onze redactie, Ruud Meijns

„Ambachtsschool

Pieter,  geb. 13–04-1947, heeft van 1960 t/m 1962 op de Ambachtsschool gezeten. Eerst een voorbereidend jaar en de volgende twee jaar in de schildersklas met als docenten J. Fris en Kempers.

Hij is geboren 13 april 1947 in verpleeghuis Bosjesstraat in Koog aan de Zaan maar woonde Tuinstraat 1 in Zaandijk. De lagere school doorliep hij bij de Openbare school aan het eind van de Tuinstraat. Waarschijnlijk omdat zijn vader conciërge werd van de Christelijke school in de Stationsstraat in Koog aan de Zaan, deed hij de rest van de jaren vanaf 2e klas op die school.

„AmbachtsschoolNa de lagere school ging hij over naar de Ambachtsschool in Zaandam. Eerst het voorbereidende jaar waar hij alle vakken deed. De leraren die hij in dit jaar kreeg waren:
Zeeman — metaal,
Roosen — Gymnastiek/Zwemmen,
Wittebol — Tekenen,
Van Vuuren — Bakkers,
Reinders en Does — Timmeren,
Hammer en Kelder — Taal
Fris en Kempers — Schilderen,
Boerbiet (!) en Krenning — Engels

Na dit voorbereidende jaar koos hij voor de schildersopleiding bij Fris en Kempers. Er wordt door oud-leerlingen veel gesproken over de discipline. Voor de één een regelrechte ramp en de ander had er niet veel last van. Pieter herinnert zich dat leraar Reijnders altijd op bordeelsluipers liep en die hoorde je nooit aankomen. Je kon zomaar een schop onder je kont krijgen als het hem niet beviel.

Metaalleraar Zeeman pakte het heel anders aan. Als je een stukje metaal moest vlak vijlen en je stond te kletsen of hij zag dat je het anders deed dan hij had uitgelegd, pakte hij een dreveltje uit z’n grijze stofjas en sloeg dan een put midden in je werkstuk. Dan was je weer uren bezig om die put eruit gevijld te krijgen.

Leraar J.K. Hammer moest iedereen in de rij krijgen om weer naar binnen te gaan. Hij was een klein druk mannetje met een snorretje en een veel te lange leren jas. Hij kreeg dan ook vele bijnamen die aan een bekende Duitser deden denken omdat hij zo hard kon schreeuwen. Hij was een ‘bekende’ Zaankanter door zijn kennis van het Esperanto.

Aan de leraren Fris en Kempers van het schilderen heeft hij goede herinneringen. En waar hij ook nog wel aan terugdenkt zijn de prachtige tekeningen, met kleurkrijt, die leraar Wittebol op de schoolborden in de grote hal maakte. En hij had humor tijdens de lessen..

Ook aan de snoepwinkel die aan de overkant van de Westzijde stond, met die moeder en dochter.

En vooral niet vergeten als de bakkersklas langs kwam met hun luxe broodjes. Het rook altijd zo lekker bij ze.

Schoolreisje
Nou ja het was eigenlijk een lesweek die ze op vakantie hielden. Geen bus, maar allen op de fiets richting Zuid Limburg, behalve leraar Kempers die reed op z’n Kapitein-Mobylette en af en toe riep hij, “Kom op jongens, doorfietsen!”. Ze gingen op bezoek bij verschillende verffabrieken en kregen uitleg over Loodwit, dat het zeer giftig was. Ze sliepen onderweg in jeugdherbergen en toen ze het zuiden van Limburg bereikten mochten ze van de douane één stap over de grens doen zodat ze thuis konden vertellen dat ze in het buitenland waren geweest.

„Ambachtsschool

Schildersklas S2 — 1960/1961.
Achterste rij v.l.n.r. Willem Bolluyt, Jan de Graaf, Henk Stolp, leraar Kempers, Wil Assema, Jaap Claasen, Adrie Bergers, Lucien Schippers.
Midden: Pieter Elskamp, Wim Pot, Adrie Nielen, Pieter van der Schoor, Jacob Hengsdijk, Joop de Jong, Pieter Saft, Roel Bakker.
Voor: Herman Hotting, Cor Verburg, Sjoerd Mulder, Martin Bolluyt, Hans van Marle, Melle Visser, Kees Grimmelijkhuise.

 

„Ambachtsschool

Via de opslagruimte naast de schildersklas kon je stiekem boven het lokaal uitkomen. Eigenlijk was dat heel gevaarlijk want het plafond bestond uit  een dunne stuclaag. Als je naast de loopbalken stapte zou je zo naar beneden kunnen donderen en meters lager in de klas terecht komen.

Afval
In een schildersklas werd van alles aan restanten overgehouden. Eens in de zoveel tijd gingen dan 2 à 3 leerlingen naar buiten om verfrestanten en lijnolie weg te gooien. Dat gebeurde op het pas opgespoten land aan de overkant van de Vincent van Goghweg. Later kwam daar de Speeldoos en het sportveld. Je werd geacht dan een kuil te graven, de troep uit de afvalbussen gieten en in brand steken. Je moest daarbij oppassen dat je niet in het drijfzand terecht kwam want je zat zo vast. Nu zou dat niet meer mogen, maar goed -  zand erover.

En dan
Pieter is geen schilder geworden en heeft z’n diploma nooit voor dat doel gebruikt. Zijn eerste baan was bij Simon de Wit op de decoratieafdeling. Simon de Wit is allang verdwenen, maar de straat met die naam bestaat nog. In de Simon de Witstraat in Zaandam staan nu appartementen.

„AmbachtsschoolDaarna heeft hij ruim 40 jaar in de grafische– en reclamesector gewerkt, van werktekenaar tot DTP’er. Nu is hij met pensioen en heeft hij een nieuwe passie ontdekt. Hij is gaan schilderen, met Acryl op doek, nadat hij altijd op papier had gewerkt. Voor zichzelf maakt hij portretten uit het werk van zijn favoriete striptekenaar Jean Giraud, bekend van Blueberry. En soms maakt hij wat voor vrienden en andere belangstellenden.


Blueberry (vrij naar Giraud)

 

Pieter van der Schoor - Ambachtsschool 1960–1962.

Van onze redactie, Ruud Meijns

„Ambachtsschool

Pieter,  geb. 13–04-1947, heeft van 1960 t/m 1962 op de Ambachtsschool gezeten. Eerst een voorbereidend jaar en de volgende twee jaar in de schildersklas met als docenten J. Fris en Kempers.

Hij is geboren 13 april 1947 in verpleeghuis Bosjesstraat in Koog aan de Zaan maar woonde Tuinstraat 1 in Zaandijk. De lagere school doorliep hij bij de Openbare school aan het eind van de Tuinstraat. Waarschijnlijk omdat zijn vader conciërge werd van de Christelijke school in de Stationsstraat in Koog aan de Zaan, deed hij de rest van de jaren vanaf 2e klas op die school.

„AmbachtsschoolNa de lagere school ging hij over naar de Ambachtsschool in Zaandam. Eerst het voorbereidende jaar waar hij alle vakken deed. De leraren die hij in dit jaar kreeg waren:
Zeeman — metaal,
Roosen — Gymnastiek/Zwemmen,
Wittebol — Tekenen,
Van Vuuren — Bakkers,
Reinders en Does — Timmeren,
Hammer en Kelder — Taal
Fris en Kempers — Schilderen,
Boerbiet (!) en Krenning — Engels

Na dit voorbereidende jaar koos hij voor de schildersopleiding bij Fris en Kempers. Er wordt door oud-leerlingen veel gesproken over de discipline. Voor de één een regelrechte ramp en de ander had er niet veel last van. Pieter herinnert zich dat leraar Reijnders altijd op bordeelsluipers liep en die hoorde je nooit aankomen. Je kon zomaar een schop onder je kont krijgen als het hem niet beviel.

Metaalleraar Zeeman pakte het heel anders aan. Als je een stukje metaal moest vlak vijlen en je stond te kletsen of hij zag dat je het anders deed dan hij had uitgelegd, pakte hij een dreveltje uit z’n grijze stofjas en sloeg dan een put midden in je werkstuk. Dan was je weer uren bezig om die put eruit gevijld te krijgen.

Leraar J.K. Hammer moest iedereen in de rij krijgen om weer naar binnen te gaan. Hij was een klein druk mannetje met een snorretje en een veel te lange leren jas. Hij kreeg dan ook vele bijnamen die aan een bekende Duitser deden denken omdat hij zo hard kon schreeuwen. Hij was een ‘bekende’ Zaankanter door zijn kennis van het Esperanto.

Aan de leraren Fris en Kempers van het schilderen heeft hij goede herinneringen. En waar hij ook nog wel aan terugdenkt zijn de prachtige tekeningen, met kleurkrijt, die leraar Wittebol op de schoolborden in de grote hal maakte. En hij had humor tijdens de lessen..

Ook aan de snoepwinkel die aan de overkant van de Westzijde stond, met die moeder en dochter.

En vooral niet vergeten als de bakkersklas langs kwam met hun luxe broodjes. Het rook altijd zo lekker bij ze.

Schoolreisje
Nou ja het was eigenlijk een lesweek die ze op vakantie hielden. Geen bus, maar allen op de fiets richting Zuid Limburg, behalve leraar Kempers die reed op z’n Kapitein-Mobylette en af en toe riep hij, “Kom op jongens, doorfietsen!”. Ze gingen op bezoek bij verschillende verffabrieken en kregen uitleg over Loodwit, dat het zeer giftig was. Ze sliepen onderweg in jeugdherbergen en toen ze het zuiden van Limburg bereikten mochten ze van de douane één stap over de grens doen zodat ze thuis konden vertellen dat ze in het buitenland waren geweest.

„Ambachtsschool

Schildersklas S2 — 1960/1961.
Achterste rij v.l.n.r. Willem Bolluyt, Jan de Graaf, Henk Stolp, leraar Kempers, Wil Assema, Jaap Claasen, Adrie Bergers, Lucien Schippers.
Midden: Pieter Elskamp, Wim Pot, Adrie Nielen, Pieter van der Schoor, Jacob Hengsdijk, Joop de Jong, Pieter Saft, Roel Bakker.
Voor: Herman Hotting, Cor Verburg, Sjoerd Mulder, Martin Bolluyt, Hans van Marle, Melle Visser, Kees Grimmelijkhuise.

 

„Ambachtsschool

Via de opslagruimte naast de schildersklas kon je stiekem boven het lokaal uitkomen. Eigenlijk was dat heel gevaarlijk want het plafond bestond uit  een dunne stuclaag. Als je naast de loopbalken stapte zou je zo naar beneden kunnen donderen en meters lager in de klas terecht komen.

Afval
In een schildersklas werd van alles aan restanten overgehouden. Eens in de zoveel tijd gingen dan 2 à 3 leerlingen naar buiten om verfrestanten en lijnolie weg te gooien. Dat gebeurde op het pas opgespoten land aan de overkant van de Vincent van Goghweg. Later kwam daar de Speeldoos en het sportveld. Je werd geacht dan een kuil te graven, de troep uit de afvalbussen gieten en in brand steken. Je moest daarbij oppassen dat je niet in het drijfzand terecht kwam want je zat zo vast. Nu zou dat niet meer mogen, maar goed -  zand erover.

En dan
Pieter is geen schilder geworden en heeft z’n diploma nooit voor dat doel gebruikt. Zijn eerste baan was bij Simon de Wit op de decoratieafdeling. Simon de Wit is allang verdwenen, maar de straat met die naam bestaat nog. In de Simon de Witstraat in Zaandam staan nu appartementen.

„AmbachtsschoolDaarna heeft hij ruim 40 jaar in de grafische– en reclamesector gewerkt, van werktekenaar tot DTP’er. Nu is hij met pensioen en heeft hij een nieuwe passie ontdekt. Hij is gaan schilderen, met Acryl op doek, nadat hij altijd op papier had gewerkt. Voor zichzelf maakt hij portretten uit het werk van zijn favoriete striptekenaar Jean Giraud, bekend van Blueberry. En soms maakt hij wat voor vrienden en andere belangstellenden.


Blueberry (vrij naar Giraud)

 

Cornelis Hottentot - Ambachtsschool 1952 - 1955. 2018–01-09T09:57:22+00:00 2018–01-09T09:57:22+00:00 http://www.dezuidkanter.nl/ambachtsschool/1524-cornelis-hottentot Greet pleksant@planet.nl

Cornelis Hottentot

Van onze redactie, Ruud Meijns

„Ambachtsschool

Cornelis Hottentot is geboren op 12 juni 1940.
Hoe ik op de Ambachtsschool terecht kwam? Je werd opgegeven door de meester van de Lagere School. Wat wil je, wil je naar de Ambachtsschool? M’n vader en moeder wisten het ook niet; die waren eendenboeren hier. Mijn vader had toen nog 2000 eenden. Die eieren gingen allemaal naar Hille, de beschuitfabriek. De kippeneieren gingen allemaal naar de bakkers in Amsterdam.

Mijn ouders wisten echt niet of ik naar de Ambachtsschool of naar een andere opleiding moest. Maar wat ik worden wou dat wist ik ook niet. Ik deed de voorbereidende klas (V.B.B.)  en daar kreeg je timmeren, schilderen van alles wat. Ik was in alles wel goed dus ik kon ook schilder worden.

„AmbachtsschoolIk koos voor metaal, machine-bankwerken B.1.A. bij meester Dorjee. Ze waren toen nog allemaal Meester hoor, dus je zei “Meester”. We kregen ook smeden van meester Scholten, een grote kerel. We waren nog echt jochies, 12 jaar, al die vreemde mensen. Ik kwam vanuit een boerenplaats naar Zaandam toe. Ik deed de Ambachtsschool in de jaren 1952 tot 1955.

Foto: Cor aan de freesbank, 14 jaar

„AmbachtsschoolWe fietsten altijd naar school, door weer en wind, Kerkstraat, Weerpad, Zuiddijk, Sluis over, Westzijde en hup naar school. Met een flinke storm lag de hele wegsloot droog. Je was al bekaf voor je bij school was. Later kwam die Kepplerstraat en dan kon je tussen de huizen door fietsen naar de Bernhardbrug, dat scheelde een stuk. 

Foto: Weerpad rond 1950

Van de leraren herinnert hij zich nog goed Fris, Wittebol — tekenen, Krenning — Engels, die reed op z’n Kreidlertje vanuit Amsterdam naar school. Scholten — smeden, Dorjee, Leungen, Schotanus, Malbezone — die kwam uit Indonesië, die gaf rekenen. Meneer Valk was de conciërge, lette overal op en je kon voor alles bij hem terecht.

Cor heeft al zijn werkstukjes nog die hij op de ambachtsschool en de bedrijfsschool van de NDSM moest maken. Van een stuk ruw ijzer een glanzend blokje maken dat met een zwaluwverbinding foutloos in een ander blokje paste. In zijn verzameling staat ook een bankschroefje, een precisie werkje.

„AmbachtsschoolHet bankschroefje

En ze waren wel streng, als je iets fout deed werd je naar binnen gestuurd, dan moest je onder de klok staan zodat iedereen je kon zien en dan moest je tien keer het reglement overschrijven. Je fiets zette je achter op de demp en zette hem niet op het schoolplein want als die er werd uitgepikt moest je ook weer schrijven. Je moest je opstellen in rijen van vier. 
Zaterdags kwamen de bakkers rond met koek en allemaal stukkies, matschudding noemden ze dat en dat kon je kopen voor je moeder. Maar wij moesten zo’n end fietsen en dan had je die zak tussen je jas en af en toe pakte je een stukkie koek. Als je thuis kwam was er niet veel meer over.

We kregen ook nog gym en dat was in de Slachthuisstraat. De laatste tijd moesten we naar het Vissershop. Voor mij wel lekker want dan was ik zo thuis. Maandagmorgen vroeg hadden we zwemmen, moest je vroeg je bed uit en had moeder de kachel nog niet eens aan. Je moest je eerst douchen en dan op de rand staan, gingen ze kijken of je wel schoon was.

Na de school heeft hij een jaar als onderhoudsmonteur gewerkt bij Lukken, eierhandel, bij Piet Meijn die daar de onderhoudsmonteur was. Toen z’n vriend naar de bedrijfsschool van de NDSM ging heeft hij daar ook aangeklopt en werd hij aangenomen. Daar heb ik verschrikkelijk veel geleerd aan precisiewerk. Hij heeft nog een keer de klasseprijs gehaald met een werkstuk. Bovendien verdiende je een paar zakcenten bij de NDSM. Als je je best deed kreeg je een kruisje bij je naam en 10% meer.  Iedere week kreeg je op zaterdag een loonzakje, zo’n bruin zakje.

„AmbachtsschoolHij heeft 2 jaar op de bedrijfsschool gezeten en er nog 1 jaar aan onderzeeboten gewerkt. Daar lagen de HM Drenthe en de Amsterdam voor onderhoud. Met een pasje mocht je aan boord. Er werd veel asbest gebruikt om alle leidingen heen, dat kan ik me nog wel herinneren.

Toen kwam de dienstplicht. In de avonduren en in z’n vrije tijd werkte hij bij fietsenmaker Dral in Oostzaan. Toen hij nog in millitaire dienst zat vroeg die man of hij zijn zaak wilde overnemen. Hij heeft daar een jaar over na gedacht, want hij had geen geld en geen papieren. In dat jaar heeft hij alle papieren gehaald die nodig waren en zo had hij dus op z’n 21e een fietsenzaak en dat heeft hij 35 jaar gedaan.

Nadat hij met de zaak was gestopt heeft hij nog tien jaar bij Dirk Visbeek gewerkt.

„AmbachtsschoolCor heeft nog allemaal werkstukjes van school bewaard bijvoorbeeld een bankschroef, een pijpentang. Boven in z’n werkkamer staat een vitrinekast met alles wat hij op de ambachtsschool en bij de NDSM  aan werkstukken heeft gemaakt; precisiestukjes.


Deel van de  vitrine met precisie werkstukjes.
Je moest ook schoolgeld betalen en dat ging naar je vaders inkomen. Je kon dat per maand betalen en het werd geïnd door de meesters. Er was altijd een jongen die vroeg wat je moest betalen en ik moest bijv. 6 gulden betalen. Dan zei hij ‘ik moet wel 25 gulden betalen’, dat betekende dat je vader goed verdiende; het was een jongen uit Purmerend.

Leeuwerik  was sportleraar,  een grote vent die mogelijk ook fysiotherapeut in Zaandam was. Een grote baas ook, beetje vervelende vent. Met 12 jaar durf je toch niks te zeggen. Als hij dat nou tegen me zou zeggen zou ik ‘m een slag voor ze harses geven. Was hij je aan het uitschelden; “klootzak wat doe je nou!”.

Cor heeft ook nog een hele verzameling old timer bromfietsen; er staan er vijftien in de schuur. Hij blijft aan de gang, is het niet met de brommers dan bouwt hij wel een molen op schaal of een Oostzaanse Jol.

„Ambachtsschool

 

 „Ambachtsschool

Cornelis Hottentot

Van onze redactie, Ruud Meijns

„Ambachtsschool

Cornelis Hottentot is geboren op 12 juni 1940.
Hoe ik op de Ambachtsschool terecht kwam? Je werd opgegeven door de meester van de Lagere School. Wat wil je, wil je naar de Ambachtsschool? M’n vader en moeder wisten het ook niet; die waren eendenboeren hier. Mijn vader had toen nog 2000 eenden. Die eieren gingen allemaal naar Hille, de beschuitfabriek. De kippeneieren gingen allemaal naar de bakkers in Amsterdam.

Mijn ouders wisten echt niet of ik naar de Ambachtsschool of naar een andere opleiding moest. Maar wat ik worden wou dat wist ik ook niet. Ik deed de voorbereidende klas (V.B.B.)  en daar kreeg je timmeren, schilderen van alles wat. Ik was in alles wel goed dus ik kon ook schilder worden.

„AmbachtsschoolIk koos voor metaal, machine-bankwerken B.1.A. bij meester Dorjee. Ze waren toen nog allemaal Meester hoor, dus je zei “Meester”. We kregen ook smeden van meester Scholten, een grote kerel. We waren nog echt jochies, 12 jaar, al die vreemde mensen. Ik kwam vanuit een boerenplaats naar Zaandam toe. Ik deed de Ambachtsschool in de jaren 1952 tot 1955.

Foto: Cor aan de freesbank, 14 jaar

„AmbachtsschoolWe fietsten altijd naar school, door weer en wind, Kerkstraat, Weerpad, Zuiddijk, Sluis over, Westzijde en hup naar school. Met een flinke storm lag de hele wegsloot droog. Je was al bekaf voor je bij school was. Later kwam die Kepplerstraat en dan kon je tussen de huizen door fietsen naar de Bernhardbrug, dat scheelde een stuk. 

Foto: Weerpad rond 1950

Van de leraren herinnert hij zich nog goed Fris, Wittebol — tekenen, Krenning — Engels, die reed op z’n Kreidlertje vanuit Amsterdam naar school. Scholten — smeden, Dorjee, Leungen, Schotanus, Malbezone — die kwam uit Indonesië, die gaf rekenen. Meneer Valk was de conciërge, lette overal op en je kon voor alles bij hem terecht.

Cor heeft al zijn werkstukjes nog die hij op de ambachtsschool en de bedrijfsschool van de NDSM moest maken. Van een stuk ruw ijzer een glanzend blokje maken dat met een zwaluwverbinding foutloos in een ander blokje paste. In zijn verzameling staat ook een bankschroefje, een precisie werkje.

„AmbachtsschoolHet bankschroefje

En ze waren wel streng, als je iets fout deed werd je naar binnen gestuurd, dan moest je onder de klok staan zodat iedereen je kon zien en dan moest je tien keer het reglement overschrijven. Je fiets zette je achter op de demp en zette hem niet op het schoolplein want als die er werd uitgepikt moest je ook weer schrijven. Je moest je opstellen in rijen van vier. 
Zaterdags kwamen de bakkers rond met koek en allemaal stukkies, matschudding noemden ze dat en dat kon je kopen voor je moeder. Maar wij moesten zo’n end fietsen en dan had je die zak tussen je jas en af en toe pakte je een stukkie koek. Als je thuis kwam was er niet veel meer over.

We kregen ook nog gym en dat was in de Slachthuisstraat. De laatste tijd moesten we naar het Vissershop. Voor mij wel lekker want dan was ik zo thuis. Maandagmorgen vroeg hadden we zwemmen, moest je vroeg je bed uit en had moeder de kachel nog niet eens aan. Je moest je eerst douchen en dan op de rand staan, gingen ze kijken of je wel schoon was.

Na de school heeft hij een jaar als onderhoudsmonteur gewerkt bij Lukken, eierhandel, bij Piet Meijn die daar de onderhoudsmonteur was. Toen z’n vriend naar de bedrijfsschool van de NDSM ging heeft hij daar ook aangeklopt en werd hij aangenomen. Daar heb ik verschrikkelijk veel geleerd aan precisiewerk. Hij heeft nog een keer de klasseprijs gehaald met een werkstuk. Bovendien verdiende je een paar zakcenten bij de NDSM. Als je je best deed kreeg je een kruisje bij je naam en 10% meer.  Iedere week kreeg je op zaterdag een loonzakje, zo’n bruin zakje.

„AmbachtsschoolHij heeft 2 jaar op de bedrijfsschool gezeten en er nog 1 jaar aan onderzeeboten gewerkt. Daar lagen de HM Drenthe en de Amsterdam voor onderhoud. Met een pasje mocht je aan boord. Er werd veel asbest gebruikt om alle leidingen heen, dat kan ik me nog wel herinneren.

Toen kwam de dienstplicht. In de avonduren en in z’n vrije tijd werkte hij bij fietsenmaker Dral in Oostzaan. Toen hij nog in millitaire dienst zat vroeg die man of hij zijn zaak wilde overnemen. Hij heeft daar een jaar over na gedacht, want hij had geen geld en geen papieren. In dat jaar heeft hij alle papieren gehaald die nodig waren en zo had hij dus op z’n 21e een fietsenzaak en dat heeft hij 35 jaar gedaan.

Nadat hij met de zaak was gestopt heeft hij nog tien jaar bij Dirk Visbeek gewerkt.

„AmbachtsschoolCor heeft nog allemaal werkstukjes van school bewaard bijvoorbeeld een bankschroef, een pijpentang. Boven in z’n werkkamer staat een vitrinekast met alles wat hij op de ambachtsschool en bij de NDSM  aan werkstukken heeft gemaakt; precisiestukjes.


Deel van de  vitrine met precisie werkstukjes.
Je moest ook schoolgeld betalen en dat ging naar je vaders inkomen. Je kon dat per maand betalen en het werd geïnd door de meesters. Er was altijd een jongen die vroeg wat je moest betalen en ik moest bijv. 6 gulden betalen. Dan zei hij ‘ik moet wel 25 gulden betalen’, dat betekende dat je vader goed verdiende; het was een jongen uit Purmerend.

Leeuwerik  was sportleraar,  een grote vent die mogelijk ook fysiotherapeut in Zaandam was. Een grote baas ook, beetje vervelende vent. Met 12 jaar durf je toch niks te zeggen. Als hij dat nou tegen me zou zeggen zou ik ‘m een slag voor ze harses geven. Was hij je aan het uitschelden; “klootzak wat doe je nou!”.

Cor heeft ook nog een hele verzameling old timer bromfietsen; er staan er vijftien in de schuur. Hij blijft aan de gang, is het niet met de brommers dan bouwt hij wel een molen op schaal of een Oostzaanse Jol.

„Ambachtsschool

 

 „Ambachtsschool

Cor Reek - Ambachtsschool 1941 - 1943 2018–01-07T13:01:27+00:00 2018–01-07T13:01:27+00:00 http://www.dezuidkanter.nl/ambachtsschool/1519-cor-reek-ambachtsschool-1941–1943 Greet pleksant@planet.nl

Cor Reek — Ambachtsschool 1941 — 1943

Van onze redactie, Ruud Meijns

„Ambachtsschool

De heer Reek, geboren 16 april 1928. De lagere school deed hij op school 10 in de Stationsstraat. Frans Touw, van de Sparwinkel in de Emmastraat, zat bij mij op school en die kwam ik hier in het huis nog tegen, we zijn nog op z’n 90e verjaardag geweest, wel bijzonder. In het laatste schooljaar was ik veel ziek, het was het oorlogsjaar, toen moest ik het jaar overdoen. Dat deed ik op het Kattegat in het 7e leerjaar en dat was helemaal niks, maar ik heb het overleefd.

„AmbachtsschoolVan mei 1941 tot mei 1943 zat ik op de Ambachtsschool. Het was oorlogstijd en het materiaal was schaars en meester Lunshof gaf dat ook aan. Hij zei ook, ‘Jongens, we moeten heel zuinig doen met het hout want het is moeilijk verkrijgbaar’. Ik heb alles doorlopen. Je had ook ouderavond en in het laatste jaar stond ik aan de draaibank heften voor vijlen en beitels te maken. We hebben nooit een reünie gehad en ik weet niet wat er van al die jongens is geworden. Eén van die jongens, Jan Stelling uit Wormerveer, die wilde naar Engeland toe. We waren pubers.

In die twee jaar op school hebben wij niet veel van de oorlog gemerkt. Ik fietste vier keer per dag van het Dampad naar de Ambachtsschool. Om twaalf uur werd je vrijgelaten en om één uur moest je terug wezen. Het gebeurde wel eens dat ik te laat was, dan stond je voor het dichte hek en moest je 20 bladzijden strafwerk schrijven.

„AmbachtsschoolCor heeft nog wel de beschieting van de gashouder meegemaakt. Eén gashouder stond op de westkant van de Westzijde en twee op de oostkant. In het najaar van ’42 waren we bezig in het praktijklokaal, maar ja, als je het schieten hoort is het al gebeurd. Maar Lunshof riep, ‘onder de banken’. Er wordt nog wel eens gezegd dat de gashouder in de brand vloog, maar dat is niet het geval hoor, anders zouden ze het wel hebben afgezet. Ik fietste er vier keer per dag langs. De gashouder was wel geraakt en die gaten hebben ze later gerepareerd. Het geluk was dat die ketel heel laag stond want er waren geen kolen dus ook geen gas. Een andere keer is er wel brand geweest bij een beschieting.

D’r is nog wel een vrouw omgekomen bij Jamin, die daar boodschappen deed. Een kogel van die beschieting van de gashouder ketste af en heeft eerst een muur geraakt en toen die vrouw geraakt. Met de snelheid van die vliegtuigen vliegen kogels alle kanten op.
Ik heb de bommen op de Hogendijk nog wel meegemaakt. Mijn schoonvader kwam met een kar met brandhout van Bruynzeel af en die was er net voorbij. Er was een melkboer van de Westzanerdijk en die z’n hele melkkar was weg. Eén bom viel op die school en daar op de zolder lagen allemaal landkaarten die door de druk de lucht invlogen, richting Zeemanstraat.

„AmbachtsschoolIk kon goed met Dirk van der Spek omgaan, die woonde in de Golofkinstraat. Die was net zo goed in wiskunde als ik. Dus we deden ieder de helft van de sommen en dan wisselden we dat uit en hadden we alles klaar en het was altijd goed. Algebra en meetkunde dat ging me goed af, je wist het of niet en ik kreeg een acht; het hoogste van de klas. Dus ik was een vraagbaak voor m’n medeleerlingen.

Reek heeft nog al z’n schriftjes van de Ambachtsschool en ook een groot boekwerk met de tekeningen die hij daar heeft gemaakt. Hij heeft geen foto’s van zijn tijd op de Ambachtsschool. Eind ’42 of in ’43 is er een foto gemaakt met alle leerlingen die toen op school zaten, maar die is hij door verhuizingen kwijtgeraakt.

„AmbachtsschoolAls Cor in z’n schriftjes van toen zit te bladeren staat hij verbaasd van wat hij allemaal heeft geleerd. In het boekje lezen we ‘het stellen van profielen’. Dat doen ze tegenwoordig niet meer, alles komt kant en klaar op de bouw aan. Algebra, meetkunde; ‘dat moest allemaal keurig gebeuren hoor want je kreeg er een cijfer voor, hoe je je schriften behandelde, orde en netheid. Als een ander dit leest zeggen ze, ‘gooi toch weg die rotzooi’. Hij is er helemaal voor als dit ergens goed bewaard en tentoon gesteld kan worden.

Leraar den Breemer, die heette Piet en die had ook een bijnaam ‘Pjetje’ en dan met 15 man in de klas mompelde iedereen ‘Pjetje’. Dan werd ie razend. We hadden ook Lunshof, was zo’n kerel, geweldig. En je had ‘Snor’, was een grote kerel en die gaf algebra-meetkunde.

Met de discipline op school had hij geen moeite, je went eraan. Je wist wat je wel en wat je niet mocht. Thuis was ik ook redelijk streng opgevoed, moeder was een gelovig mens. Zijn vader was altijd maar aan het werk. Hij werkte bij Nieuwenhuizen, de drankenhandel in de Westzijde. Toen hij daar ontslagen werd, kwam hij in de werkverschaffing terecht.

Ik was nog geen dag van school af en ik had al een baas. M’n vader was werkloos en samen gingen we naar Jansonius op de Herengracht en ik kon maandag beginnen. De eerste dag vroeg hij wat ik kon en ik zei dat ik alleen een beitel kon vasthouden. Dan heb ik een mooi klusje voor je, zei hij. Hij werkte voor Poppert, de hoedenfabriek in de Botenmakersstraat. Ik moest modellen van lindehout maken, zo zacht als boter en dan schuren. Jaap de Graaf, z’n eerste knecht en Piet Klein, de metselaar werkten daar ook. Ik deed een klusje met Jaap bij Tempo in de kelder en daar lag allemaal ouwel. Jaap zei, meenemen, je moet eten. Ik ben daar tot september 1944 gebleven en toen dwong de honger me om te stoppen.

Cor Reek heeft tot aan z’n pensionering in de bouw gewerkt. Heeft overal, vooral in Noord-Holland, woningen gebouwd. Terwijl hij aan het bouwen was aan de nieuwe Wibautstraat in Zaandam, had hij zelf nog geen woning voor zijn gezin. Hij heeft toen de stap genomen een gesprek met burgemeester Thomassen aan te vragen en door diens bemiddeling kreeg hij zijn eerste huis.

Hij is nu (dec. 2017) 89 jaar, is heel actief en rijdt nog auto. Alleen met ’s avonds rijden is hij gestopt, dat ging niet meer.

Lees meer over de heer Cor Reek op onze webkrant onder Bewoners aan het Woord.

Cor Reek — Ambachtsschool 1941 — 1943

Van onze redactie, Ruud Meijns

„Ambachtsschool

De heer Reek, geboren 16 april 1928. De lagere school deed hij op school 10 in de Stationsstraat. Frans Touw, van de Sparwinkel in de Emmastraat, zat bij mij op school en die kwam ik hier in het huis nog tegen, we zijn nog op z’n 90e verjaardag geweest, wel bijzonder. In het laatste schooljaar was ik veel ziek, het was het oorlogsjaar, toen moest ik het jaar overdoen. Dat deed ik op het Kattegat in het 7e leerjaar en dat was helemaal niks, maar ik heb het overleefd.

„AmbachtsschoolVan mei 1941 tot mei 1943 zat ik op de Ambachtsschool. Het was oorlogstijd en het materiaal was schaars en meester Lunshof gaf dat ook aan. Hij zei ook, ‘Jongens, we moeten heel zuinig doen met het hout want het is moeilijk verkrijgbaar’. Ik heb alles doorlopen. Je had ook ouderavond en in het laatste jaar stond ik aan de draaibank heften voor vijlen en beitels te maken. We hebben nooit een reünie gehad en ik weet niet wat er van al die jongens is geworden. Eén van die jongens, Jan Stelling uit Wormerveer, die wilde naar Engeland toe. We waren pubers.

In die twee jaar op school hebben wij niet veel van de oorlog gemerkt. Ik fietste vier keer per dag van het Dampad naar de Ambachtsschool. Om twaalf uur werd je vrijgelaten en om één uur moest je terug wezen. Het gebeurde wel eens dat ik te laat was, dan stond je voor het dichte hek en moest je 20 bladzijden strafwerk schrijven.

„AmbachtsschoolCor heeft nog wel de beschieting van de gashouder meegemaakt. Eén gashouder stond op de westkant van de Westzijde en twee op de oostkant. In het najaar van ’42 waren we bezig in het praktijklokaal, maar ja, als je het schieten hoort is het al gebeurd. Maar Lunshof riep, ‘onder de banken’. Er wordt nog wel eens gezegd dat de gashouder in de brand vloog, maar dat is niet het geval hoor, anders zouden ze het wel hebben afgezet. Ik fietste er vier keer per dag langs. De gashouder was wel geraakt en die gaten hebben ze later gerepareerd. Het geluk was dat die ketel heel laag stond want er waren geen kolen dus ook geen gas. Een andere keer is er wel brand geweest bij een beschieting.

D’r is nog wel een vrouw omgekomen bij Jamin, die daar boodschappen deed. Een kogel van die beschieting van de gashouder ketste af en heeft eerst een muur geraakt en toen die vrouw geraakt. Met de snelheid van die vliegtuigen vliegen kogels alle kanten op.
Ik heb de bommen op de Hogendijk nog wel meegemaakt. Mijn schoonvader kwam met een kar met brandhout van Bruynzeel af en die was er net voorbij. Er was een melkboer van de Westzanerdijk en die z’n hele melkkar was weg. Eén bom viel op die school en daar op de zolder lagen allemaal landkaarten die door de druk de lucht invlogen, richting Zeemanstraat.

„AmbachtsschoolIk kon goed met Dirk van der Spek omgaan, die woonde in de Golofkinstraat. Die was net zo goed in wiskunde als ik. Dus we deden ieder de helft van de sommen en dan wisselden we dat uit en hadden we alles klaar en het was altijd goed. Algebra en meetkunde dat ging me goed af, je wist het of niet en ik kreeg een acht; het hoogste van de klas. Dus ik was een vraagbaak voor m’n medeleerlingen.

Reek heeft nog al z’n schriftjes van de Ambachtsschool en ook een groot boekwerk met de tekeningen die hij daar heeft gemaakt. Hij heeft geen foto’s van zijn tijd op de Ambachtsschool. Eind ’42 of in ’43 is er een foto gemaakt met alle leerlingen die toen op school zaten, maar die is hij door verhuizingen kwijtgeraakt.

„AmbachtsschoolAls Cor in z’n schriftjes van toen zit te bladeren staat hij verbaasd van wat hij allemaal heeft geleerd. In het boekje lezen we ‘het stellen van profielen’. Dat doen ze tegenwoordig niet meer, alles komt kant en klaar op de bouw aan. Algebra, meetkunde; ‘dat moest allemaal keurig gebeuren hoor want je kreeg er een cijfer voor, hoe je je schriften behandelde, orde en netheid. Als een ander dit leest zeggen ze, ‘gooi toch weg die rotzooi’. Hij is er helemaal voor als dit ergens goed bewaard en tentoon gesteld kan worden.

Leraar den Breemer, die heette Piet en die had ook een bijnaam ‘Pjetje’ en dan met 15 man in de klas mompelde iedereen ‘Pjetje’. Dan werd ie razend. We hadden ook Lunshof, was zo’n kerel, geweldig. En je had ‘Snor’, was een grote kerel en die gaf algebra-meetkunde.

Met de discipline op school had hij geen moeite, je went eraan. Je wist wat je wel en wat je niet mocht. Thuis was ik ook redelijk streng opgevoed, moeder was een gelovig mens. Zijn vader was altijd maar aan het werk. Hij werkte bij Nieuwenhuizen, de drankenhandel in de Westzijde. Toen hij daar ontslagen werd, kwam hij in de werkverschaffing terecht.

Ik was nog geen dag van school af en ik had al een baas. M’n vader was werkloos en samen gingen we naar Jansonius op de Herengracht en ik kon maandag beginnen. De eerste dag vroeg hij wat ik kon en ik zei dat ik alleen een beitel kon vasthouden. Dan heb ik een mooi klusje voor je, zei hij. Hij werkte voor Poppert, de hoedenfabriek in de Botenmakersstraat. Ik moest modellen van lindehout maken, zo zacht als boter en dan schuren. Jaap de Graaf, z’n eerste knecht en Piet Klein, de metselaar werkten daar ook. Ik deed een klusje met Jaap bij Tempo in de kelder en daar lag allemaal ouwel. Jaap zei, meenemen, je moet eten. Ik ben daar tot september 1944 gebleven en toen dwong de honger me om te stoppen.

Cor Reek heeft tot aan z’n pensionering in de bouw gewerkt. Heeft overal, vooral in Noord-Holland, woningen gebouwd. Terwijl hij aan het bouwen was aan de nieuwe Wibautstraat in Zaandam, had hij zelf nog geen woning voor zijn gezin. Hij heeft toen de stap genomen een gesprek met burgemeester Thomassen aan te vragen en door diens bemiddeling kreeg hij zijn eerste huis.

Hij is nu (dec. 2017) 89 jaar, is heel actief en rijdt nog auto. Alleen met ’s avonds rijden is hij gestopt, dat ging niet meer.

Lees meer over de heer Cor Reek op onze webkrant onder Bewoners aan het Woord.