Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

VIER CABARETIERS AAN DE TOP


C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiede­nis? Ken­nen we alleen de gebeurtenis­sen uit onze eigen tijd of gaat het his­torisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigen­lijk de belan­grijk­ste gebeurtenis­sen uit onze Zaanse geschiede­nis en voor wie waren die belan­grijk? Wat vindt u belan­grijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenis­boeken en geven veel antwo­or­den in de Geschiedenis­canon van de Zaanstreek.

Er is geen Zaanse humor
Bron: NHDag­blad, 13 maart 2010

Vier cabaretiers aan de top

Vier Zaanse cabaretiers, drie met een vader die de kost ver­di­ende door pub­liek toe te spreken, een op de kansel en twee in de school. Twee wer­den in Zaan­dam geboren, de andere twee in West­ern­ieland en Nador. Een over­leed, drie zijn nog in leven maar wonen niet meer aan de Zaan. De Zaan is ver­bon­den met een paar grote namen, maar kan die niet aan zich binden.

cabaretiers aan top 1Door: Rob Swart

Vier Zaanse cabaretiers, drie met een vader die de kost ver­di­ende door pub­liek toe te spreken, een op de kansel en twee in de school. Twee wer­den in Zaan­dam geboren, de andere twee in West­ern­ieland en Nador. Een over­leed, drie zijn nog in leven maar wonen niet meer aan de Zaan. De Zaan is ver­bon­den met een paar grote namen, maar kan die niet aan zich binden.

cabaretiers aan top 2

Met wat moeite zijn er nog wel meer overeenkom­sten te vin­den.
Freek de Jonge zat jaren op de Chris­telijke HBS en had grote prob­le­men met meester Win­kler op de lagere school.
Najib Amhali ging ook niet zo soe­pel door de school. Zat met tegen­zin op de LTS en de kok­so­plei­d­ing mis­lukte al voor­dat hij eraan begon omdat hij met varkensvlees moest werken. Amhali en Van Don­gen won­nen alle­bei de Pall Mall Export­prijs voor veel­belovend tal­ent. Maar dat er vier grote cabaretiers uit de Zaanstreek komen is gewoon toe­val, zon­der onder­linge samen­hang.
De Zaanstreek heeft nauwelijks of geen tra­di­tie op gebied van de kleinkunst. De enige uit­zon­der­ing daarop is de Cul­turele Raad Oost­knol­len­dam, die jaren­lang cabaretiers uit het hele land naar de Zaan haalde.

cabaretiers aan top 3

Amhali
Najib Amhali wilde naar het toneel en las dat de Hogeschool voor de kun­sten in Utrecht leer­lin­gen zocht met een etnis­che achter­grond. Er ging een wereld open voor Amhali. Maar toch moest hij het eerste jaar over doen omdat hij niet vol­doende aan­wezig was. Met zijn OV-​jaarkaart bleef hij in Utrecht wel eens in de trein zit­ten om tot Maas­tricht door te rij­den. Amhali studeerde toch af, maakte een jeugdvoorstelling „Krekel en de mier”, speelde bij the­atergezelschap Made in de Shade en ont­dekte het cabaret op een avondje voor stad-​up come­di­ans, waar ook Lenette van Don­gen optrad.

cabaretiers aan top 4

Lenette van Don­gen begon ook niet als grap­pen­maker, maar met bal­let en vol­gde een oplei­d­ing tot dans­do­cente. Na de Acad­e­mie voor Kleinkunst
debu­teerde zij in de musi­cal „Cabaret” en speelde in „Jeans”. Zij speelde haar eerste cabaretvoorstelling „Pap­pen­heim” met Peter Lusse en Hans van Gelder in 1989. Na de suc­cesvolle musi­cal „Tsje­chov” met Boudewijn de Groot kreeg zij een beurs van WVC om in Lon­den een com­edy stage te lopen bij Lenn Lowe. Decem­ber 1993 was de pre­mière van haar eerste solovoorstelling „Mag het wat zachter”. Daarna vol­gden nog vijf shows: „Nee, nee en nog eens nee”, „Jagadamba”, „Een echte van Don­gen”, „Vedette”, „Rafels” en nu speelt zij „Nik?”. Lenette van Don­gen speelde verder in de musi­cals „Mamma Mia” en „Doe Maar”.


Witte
De onder­wi­jz­er­szoon Dirk Witte werd op 29 juni 1885 geboren op het Bouw­manspad te Zaan­dam. Ondanks een hernieuwde aan­dacht, is hij de grote onbek­ende van de vier Zaanse cabaretiers.

cabaretiers aan top 5

Wie hem denkt te ken­nen van een krak­ende plaat met het lied „Men­sch durf te leven” kent hem maar gedeel­telijk. Het is zijn tekst, maar de stem is van Jean-​Louis Pisu­isse en later zon­gen ook Ram­ses Shaffy en Wende Sni­jders het lied.
Witte schreef al op jonge leeftijd tek­sten en muziek, onder meer voor de zangv­erenig­ing. Een liedje van hem uit die tijd is „M’n eerste” ook wel „het meisje van de zangv­erenig­ing”.
De tek­sten van Dirk Witte waren niet onom­stre­den. In 1915 schreef hij „De peren” een lied over een meisje dat peren verkocht aan sol­daten, maar ook andere dien­sten aan­bood en aan het eind zit met „de gebakken peren van het hele bataljon”. Er werd schande gespro­ken van het lied en de KRO heeft het in elk geval tot 1964 niet gedraaid.

Freek de Jonge heeft in de Zaanstreek heel wat ex-​klasgenoten. Hij kon zich niet con­cen­tr­eren en bleef vaak zit­ten. Hij ver­huisde ook vaak en moest als kind steeds opnieuw zijn plaats verov­eren. Humor was daar­bij van jongs af aan zijn wapen. De car­rière van Freek de Jonge begon met Bram Ver­meulen als weder­helft in het duo Neer­lands Hoop in Bange Dagen. Hij heeft hem leren ken­nen in het Ams­ter­damse stu­den­ten­leven.
Op het fes­ti­val Camaret­ten in Delft komt de door­braak en in de zomer van 1969 gaan de met hun eerste avond­vul­lende pro­gramma door het land onder de naam „Dutch Music & Com­edy Show, Neer­lands Hoop in Bange Dagen”. Met de snel­heid, de muziek, eigen­lijk met alles breekt Neer­lands Hoop met de gang­bare cabaret­tra­di­tie. Neer­lands Hoop is meer dan cabaret, het is een beweg­ing waar je wel of niet bij hoort. Het hoogtepunt daar­van is de actie „Bloed aan de paal” in 1978. Bram en Freek stellen daarin deel­name van Ned­er­land aan het WK-​voetbal in de dic­tatuur Argen­tinië ter dis­cussie.

In 1979 komt er na tien voorstellin­gen een einde aan de samen­werk­ing en in 1980 speelt Freek de Jonge in Carré zijn eerste solovoorstelling De Komiek. Opnieuw is De Jonge vernieuwend. Geen losse num­mers meer, maar een ver­haal dat de hele voorstelling lang mee­gaat. De Jonge maakte 32 the­ater­shows, oude­jaarscon­fer­ences en verkiezings-​voorstellingen. In 1987 ver­scheen Zaan­sch Veem waarin Freek de Jonge zijn jeugd in Zaan­dam beschri­jft. In een van de ramen van het Zaanthe­ater staat een gedicht van Freek over de Zaan.

Bron­nen: Dag­blad De Typhoon, Noord­hol­lands Dag­blad,
freekde​jonge​.nl najibamhali​.nl lenet​te​van​don​gen​.nl

Dirk Witte:

De peren
Als ‚t bataljon ging uit marcheren marcheerde Jopie mee.
Ze droeg een mandje vol met peren, ze droeg er soms wel twee.
Zoodra de jon­gens rusten mochten was Jopie al present.
En al de landweer­man­nen kochten een peertje voor een cent.
Ze sleet ze aan het lui­tenan­tje en aan den kor­po­raal,
den ziek­endrager, het sergean­tje, ze kochten alle­maal.
Ze bleef maar altijd mee marcheeren al brandde ook de zon.
En Jopie die verkocht maar peren aan het heele bataljon.

De jon­gens mochten Jopie lijen want Jopie mocht er zijn.
De meesten vroe­gen tuss­chen beien: „Zeg Jopie, ga met mijn!”
En Jopie liet zich gauw bepraten, ze had een week gemoed.
En vaak kwam een van de sol­daten haar ‚s avonds tege­moet.
Dan liep ze met het lui­tenan­tje, dan met den kor­po­raal,
den ziek­endrager, het sergean­tje, ze liep met alle­maal!
Ze mochten allen con­cur­reeren en nie­mand die het won.
Want ze sleet haar liefde als haar peren aan het heele bataljon.

Maar toen vertrokken de sol­daten en Jopie had ver­driet.
Met één had zij nog iets te praten maar wie… dat wist ze niet.
Ze zag de toekomst donker dreigen. Daar floot, daar ging de trein
Ze over­legde bij d’r eigen wie of het toch kon zijn. Ze dacht eens aan het lui­tenan­tje, den knap­pen kor­po­raal? Den ziek­endrager? het sergean­tje, ze dacht aan alle­maal!
Ze stond nog lang te prakkizeeren aan ‚t einde van ‚t per­ron.
Maar ze zat met de gebakken peren van het heele bataljon.

Dirk Witte, 1915

Joomla tem­plates by a4joomla