De Zuidkanter - Archief http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek Sat, 21 Sep 2024 00:57:47 +0000 Joomla! — Open Source Content Management nl-nl webmaster@cdezuidkanter.nl (De Zuidkanter) Zaanse (kinder)boekenschrijvers http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/679-zaanse-kinder-boekenschrijvers http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/679-zaanse-kinder-boekenschrijvers ZAANSE KINDERBOEKENSCHRIJVERS DE GROTE VIER


Zaanse (kinder)boekenschrijvers
Bron: NHDagblad, 20 maart 2010


C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.

De grote vier
C. Joh. Kieviet, Dick Laan, Cor Bruijn en Hotze de Roos.

Twee werden er in de Zaanstreek geboren, maar woonden een groot deel van hun leven elders. Eén kwam in Friesland ter wereld, maar was verknocht aan Krommenie. En één was veertien jaar onderwijzer in Zaandam

de grote vier

Door: Peter Roggeveen

De grote vier
C. Joh. Kieviet, Dick Laan, Cor Bruijn en Hotze de Roos.

Twee werden er in de Zaanstreek geboren, maar woonden een groot deel van hun leven elders. Eén kwam in Friesland ter wereld, maar was verknocht aan Krommenie. En één was veertien jaar onderwijzer in Zaandam.

de grote vier 1Hotze de Roos (1909) groeide op in Friesland en verhuisde in 1934 naar de Lijnbaan in Krommenie waar hij aan de slag ging als timmerman bij weverij Van Leyden.
De Roos was een laatbloeier op schrijversgebied. Pas na de Tweede Wereldoorlog schreef hij zijn eerste Kameleonboek met in de hoofdrol de jeugdige helden Hielke en Sietse Klinkhamer. Kwajongens met het hart op de goede plaats. Na het eerste deel in 1948 volgden de avonturen van de tweeling elkaar in hoog tempo op. Maar liefst zestig delen zou de Kameleonreeks gaan tellen. Meer dan veertien miljoen exemplaren gingen er over de toonbank. De Roos was wars van publiciteit. Interviews gaf hij maar zelden.
Een woordvoerder van uitgeverij Kluitman stelde eens dat Hielke en Sietse voor Hotze de Roos de kinderen waren die hij nooit gekregen heeft. Vader Klinkhamer, de dorpssmid, was de man die hij had willen zijn.
De Roos overleed in 1991 op 81-jarige leeftijd. Pas na zijn dood kreeg de timmerman/schrijver de nodige eer. Zo werd in het Friese Terherne een compleet Kameleondorp ingericht en verscheen in Krommenie een beeldje in het straatbeeld met de beroemde tweeling en hun schip. In 2001 werd door Zaanstad een Hotze de Roosprijs ingesteld, een jaarlijkse prijs voor een schrijver die door kinderen wordt toegekend.
de grote vier 2Pinkeltje
Dick Laan, geboren op 28 december 1894 in Wormerveer, was een telg van de gefortuneerde fabrikantenfamilie Laan. Tot zijn achtste jaar woonde hij in Wormerveer. Daarna verhuisde het gezin naar Bloemendaal.
Wel bleef de band met de Zaanstreek bestaan. Zo werkte hij in het bedrijf van zijn vader en later in het bedrijf van zijn broer.
Zijn echte passie was het maken van films. In 1917 maakte hij zijn eerste kinderspeelfilm.
Er zouden daarna nog 23 speelfilms en 28 documentaires volgen, onder meer over Zaanse onderwerpen.
Het schrijven van boeken kwam pas later. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog schreef hij zeven jongensboeken. Pinkeltje kwam in 1939 om de hoek kijken. Dat deeltje groeide uit tot een reeks van 29. Laan overleed in 1974 in zijn woonplaats Heemstede. Zijn schepping Pinkeltje werd in 1979 verfilmd.
geschiedenis.vpro.nl


Keteltje
Een idealistisch bevlogen onderwijzer die de Zaanstreek van zijn jeugd koesterde en verwerkte in tal van boeken. Zo staat Cor Bruijn, geboren op 17 mei 1883 te Wormerveer, te boek. Zelf verwoordde hij het als: „Ik ben geboren in de mooiste tijd van het jaar – midden mei – en op een van de mooiste plekjes op aarde: te Wormerveer.’’
Bruijn schreef in totaal zestig romans voor volwassenen en kinderen, waarvan er twintig zich in de Zaanstreek afspelen, waaronder zeven kinderboeken.
de grote vier 3

Bruijn, de oudste uit een gezin van tien kinderen, volgde de opleiding tot onderwijzer aan de Normaalschool te Zaandam en de Rijkskweekschool in Haarlem. Hij verhuisde in 1906 naar het Gooi en bleef daar tot zijn dood bleef wonen. Hij overleed in 1978.
Beroemde jeugdboeken van Bruijn zijn de trilogie ’Keteltje in de Lorzie’ (1922), ’Keteltje in het veerhuis’ (1922) en ’Keteltjes thuisvaart’ (1930). Zijn bekendste werk is zonder twijfel de roman ’Sil de strandjutter’ die later werd bewerkt tot een televisieserie.
De naam van Cor Bruijn leeft nog altijd voort in Wormerveer. Er is een straat naar hem vernoemd, het buurthuis aan het Marktplein kreeg de naam De Lorzie en op het plein voor het buurthuis staat een beeldje van Keteltje.

Dik Trom
Cornelis Johan Kieviet werd in 1858 in Hoofddorp geboren, als tiende kind in een rij van elf. Hij was hulponderwijzer in Delft en Vijfhuizen, onderwijzer in Lisse en Den Haag en schoolhoofd, twintig jaar lang in Etersheim en veertien jaar in Zaandam.
Kieviets eerste boek ’De twee neven’, verscheen in 1890, onmiddellijk gevolgd door ’Dik Trom’ in 1891.
Hij schreef in totaal meer dan 50 jeugdboeken. Tijdens zijn periode in Zaandam, schreef hij in 1908 ’In den Otter’, een op het Zaans verleden gebaseerd boek.

Hij overleed in 1931 te Wassenaar, waar hij was gaan wonen na in 1917 te zijn afgekeurd wegens suikerziekte.


Filmpionier
Dick Laan was een filmpionier met een enorme productie.
Hij riep zichzelf later uit tot de ’eerste amateurfilmer’ van Nederland. Laan leverde in een tijdsbestek van tien jaar (tussen 1917 en 1927) een recordproductie van 24 speelfilms en 28 documentaires.
Laan stond feitelijk aan de wieg van de Nederlandse film. In 1917 maakte hij zijn eerste film ’De beloning van Hi’, een speelfilm over padvinders. In snel tempo volgde daarna ’De wraak van de Zwarte Pijl’, ’Pim, de schrik van de familie’, ’Sport van de Zwarte Pijl’ en de ’Droom van een Kennemer padvindertje’. In 1920 nam Laan de populaire detective Nick Carter op de hak in de filmische parodie ’De Zoon van Nick Carter en de moordenaar’.


De Bakkerschool
Kieviet trad op 1 februari 1902 in dienst als hoofdonderwijzer aan school B, aan de Oostzijde, een openbare school voor gewoon lager onderwijs.
Hij was de opvolger van de fameuze Albert Bakker die in 1847 als hoofd van de stadsarmenschool aan de Oostzijde begon en na een 54-jarig dienstverband in 1902 de fakkel overgaf aan Kieviet.
De armenschool heette vele jarenlang de Bakkerschool. Kieviet betrok een woning in de buurt van de school en liet naderhand het grote pand Botenmakersstraat 141, het laatste huis van deze straat bij de Vaart, bouwen.
Zijn broer Laurens, enige jaren ouder, woonde reeds in Zaandam. Laurens was leraar aardrijkskunde en geschiedenis aan het Zaanlands Lyceum. Zijn dochter Lena werd later directrice van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek.
Kieviet verliet de school in 1917. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in de school het Zaandamse Arbeidsbureau gevestigd. De school (toen bekend als school ’stadswerf’) werd op 21 mei 1943 de lucht ingeblazen door 80 kilo springstof, geplaatst door het Zaanse verzet.
Het doel was de administratie vernietigen en daarmee de meldingsplicht te ontlopen die in 1942 was ingesteld door de Duitsers. Na de oorlog verscheen er een houten school.

(Lena Kieviet woonde tot ca 1960 op een bovenwoning aan de Dam in Zaandam. red.)

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Fri, 08 Jul 2016 17:48:08 +0000
Vier Cabaretiers aan de Top http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/680-vier-cabaretiers-aan-de-top http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/680-vier-cabaretiers-aan-de-top VIER CABARETIERS AAN DE TOP


C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.

Er is geen Zaanse humor
Bron: NHDagblad, 13 maart 2010

Vier cabaretiers aan de top

Vier Zaanse cabaretiers, drie met een vader die de kost verdiende door publiek toe te spreken, een op de kansel en twee in de school. Twee werden in Zaandam geboren, de andere twee in Westernieland en Nador. Een overleed, drie zijn nog in leven maar wonen niet meer aan de Zaan. De Zaan is verbonden met een paar grote namen, maar kan die niet aan zich binden.

cabaretiers aan top 1Door: Rob Swart

Vier Zaanse cabaretiers, drie met een vader die de kost verdiende door publiek toe te spreken, een op de kansel en twee in de school. Twee werden in Zaandam geboren, de andere twee in Westernieland en Nador. Een overleed, drie zijn nog in leven maar wonen niet meer aan de Zaan. De Zaan is verbonden met een paar grote namen, maar kan die niet aan zich binden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

cabaretiers aan top 2

Met wat moeite zijn er nog wel meer overeenkomsten te vinden.
Freek de Jonge zat jaren op de Christelijke HBS en had grote problemen met meester Winkler op de lagere school.
Najib Amhali ging ook niet zo soepel door de school. Zat met tegenzin op de LTS en de koksopleiding mislukte al voordat hij eraan begon omdat hij met varkensvlees moest werken. Amhali en Van Dongen wonnen allebei de Pall Mall Exportprijs voor veelbelovend talent. Maar dat er vier grote cabaretiers uit de Zaanstreek komen is gewoon toeval, zonder onderlinge samenhang.
De Zaanstreek heeft nauwelijks of geen traditie op gebied van de kleinkunst. De enige uitzondering daarop is de Culturele Raad Oostknollendam, die jarenlang cabaretiers uit het hele land naar de Zaan haalde.

   
   

 cabaretiers aan top 3

Amhali
Najib Amhali wilde naar het toneel en las dat de Hogeschool voor de kunsten in Utrecht leerlingen zocht met een etnische achtergrond. Er ging een wereld open voor Amhali. Maar toch moest hij het eerste jaar over doen omdat hij niet voldoende aanwezig was. Met zijn OV-jaarkaart bleef hij in Utrecht wel eens in de trein zitten om tot Maastricht door te rijden. Amhali studeerde toch af, maakte een jeugdvoorstelling „Krekel en de mier”, speelde bij theatergezelschap Made in de Shade en ontdekte het cabaret op een avondje voor stad-up comedians, waar ook Lenette van Dongen optrad.

cabaretiers aan top 4

Lenette van Dongen begon ook niet als grappenmaker, maar met ballet en volgde een opleiding tot dansdocente. Na de Academie voor Kleinkunst
debuteerde zij in de musical „Cabaret” en speelde in „Jeans”. Zij speelde haar eerste cabaretvoorstelling „Pappenheim” met Peter Lusse en Hans van Gelder in 1989. Na de succesvolle musical „Tsjechov” met Boudewijn de Groot kreeg zij een beurs van WVC om in Londen een comedy stage te lopen bij Lenn Lowe. December 1993 was de première van haar eerste solovoorstelling „Mag het wat zachter”. Daarna volgden nog vijf shows: „Nee, nee en nog eens nee”, „Jagadamba”, „Een echte van Dongen”, „Vedette”, „Rafels” en nu speelt zij „Nik?”. Lenette van Dongen speelde verder in de musicals „Mamma Mia” en „Doe Maar”.


Witte
De onderwijzerszoon Dirk Witte werd op 29 juni 1885 geboren op het Bouwmanspad te Zaandam. Ondanks een hernieuwde aandacht, is hij de grote onbekende van de vier Zaanse cabaretiers.

cabaretiers aan top 5

Wie hem denkt te kennen van een krakende plaat met het lied „Mensch durf te leven” kent hem maar gedeeltelijk. Het is zijn tekst, maar de stem is van Jean-Louis Pisuisse en later zongen ook Ramses Shaffy en Wende Snijders het lied.
Witte schreef al op jonge leeftijd teksten en muziek, onder meer voor de zangvereniging. Een liedje van hem uit die tijd is „M’n eerste” ook wel „het meisje van de zangvereniging”.
De teksten van Dirk Witte waren niet onomstreden. In 1915 schreef hij „De peren” een lied over een meisje dat peren verkocht aan soldaten, maar ook andere diensten aanbood en aan het eind zit met „de gebakken peren van het hele bataljon”. Er werd schande gesproken van het lied en de KRO heeft het in elk geval tot 1964 niet gedraaid.

Freek de Jonge heeft in de Zaanstreek heel wat ex-klasgenoten. Hij kon zich niet concentreren en bleef vaak zitten. Hij verhuisde ook vaak en moest als kind steeds opnieuw zijn plaats veroveren. Humor was daarbij van jongs af aan zijn wapen. De carrière van Freek de Jonge begon met Bram Vermeulen als wederhelft in het duo Neerlands Hoop in Bange Dagen. Hij heeft hem leren kennen in het Amsterdamse studentenleven.
Op het festival Camaretten in Delft komt de doorbraak en in de zomer van 1969 gaan de met hun eerste avondvullende programma door het land onder de naam „Dutch Music & Comedy Show, Neerlands Hoop in Bange Dagen”. Met de snelheid, de muziek, eigenlijk met alles breekt Neerlands Hoop met de gangbare cabarettraditie. Neerlands Hoop is meer dan cabaret, het is een beweging waar je wel of niet bij hoort. Het hoogtepunt daarvan is de actie „Bloed aan de paal” in 1978. Bram en Freek stellen daarin deelname van Nederland aan het WK-voetbal in de dictatuur Argentinië ter discussie.

In 1979 komt er na tien voorstellingen een einde aan de samenwerking en in 1980 speelt Freek de Jonge in Carré zijn eerste solovoorstelling De Komiek. Opnieuw is De Jonge vernieuwend. Geen losse nummers meer, maar een verhaal dat de hele voorstelling lang meegaat. De Jonge maakte 32 theatershows, oudejaarsconferences en verkiezings-voorstellingen. In 1987 verscheen Zaansch Veem waarin Freek de Jonge zijn jeugd in Zaandam beschrijft. In een van de ramen van het Zaantheater staat een gedicht van Freek over de Zaan.

Bronnen: Dagblad De Typhoon, Noordhollands Dagblad,
freekdejonge.nl najibamhali.nl lenettevandongen.nl

Dirk Witte:

De peren
Als ‚t bataljon ging uit marcheren marcheerde Jopie mee.
Ze droeg een mandje vol met peren, ze droeg er soms wel twee.
Zoodra de jongens rusten mochten was Jopie al present.
En al de landweermannen kochten een peertje voor een cent.
Ze sleet ze aan het luitenantje en aan den korporaal,
den ziekendrager, het sergeantje, ze kochten allemaal.
Ze bleef maar altijd mee marcheeren al brandde ook de zon.
En Jopie die verkocht maar peren aan het heele bataljon.

De jongens mochten Jopie lijen want Jopie mocht er zijn.
De meesten vroegen tusschen beien: „Zeg Jopie, ga met mijn!”
En Jopie liet zich gauw bepraten, ze had een week gemoed.
En vaak kwam een van de soldaten haar ‚s avonds tegemoet.
Dan liep ze met het luitenantje, dan met den korporaal,
den ziekendrager, het sergeantje, ze liep met allemaal!
Ze mochten allen concurreeren en niemand die het won.
Want ze sleet haar liefde als haar peren aan het heele bataljon.

Maar toen vertrokken de soldaten en Jopie had verdriet.
Met één had zij nog iets te praten maar wie… dat wist ze niet.
Ze zag de toekomst donker dreigen. Daar floot, daar ging de trein
Ze overlegde bij d’r eigen wie of het toch kon zijn. Ze dacht eens aan het luitenantje, den knappen korporaal? Den ziekendrager? het sergeantje, ze dacht aan allemaal!
Ze stond nog lang te prakkizeeren aan ‚t einde van ‚t perron.
Maar ze zat met de gebakken peren van het heele bataljon.

Dirk Witte, 1915

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Sat, 09 Jul 2016 17:38:50 +0000
Koninklijk bezoek aan de Zaanstreek http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/681-koninklijk-bezoek-aan-de-zaanstreek http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/681-koninklijk-bezoek-aan-de-zaanstreek KONINKLIJK BEZOEK AAN DE ZAANSTREEK


Koninklijk bezoek aan de Zaanstreek

C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven de komende maanden veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.


Koninklijk bezoek
Leden van Huis van Oranje kwamen regelmatig over de vloer
door: Peter Rggeveen
Bron: NHD Zaanstreek, 13 februari 2010


Over koninklijk bezoek heeft de Zaanstreek niet te klagen gehad. Leden van het Huis van Oranje kwam regelmatig over de vloer. Alle regerende vorsten en vorstinnen van het Koninkrijk Holland zijn sinds 1813 een of meerder keren te gast geweest in een van de Zaandorpen
Het eerste koninklijke bezoek (koningin Wilhelmina en prins Hendrik) in de vorige eeuw vond plaats op dinsdag 28 april 1908. Dat was een gebeurtenis van de eerste orde die jubelend in de krant werd aangekondigd. Het koninklijk bezoek arriveerde ’s morgens met de salonboot Zaandam I en werd hartstochtelijke toegejuicht door de samengestroomde menigte. Het programma was bomvol.

Verkade
Bij Verkade kreeg het gezelschap een rondleiding door de fabriek, voorzien van tekst en uitleg door directeur Anton Verkade. Ook was er een kleine tentoonstelling ingericht van de eerste plaatjesalbums.
Daarna volgde een bezoek aan de stoomzagerij van de firma J. Dekker Jz. Vervolgens vertrok de stoet naar de rijstpellerij van de firma Klaas Blans waar men werd getrakteerd op een wandeling door de fabriek.

Het tweede bezoek van Wilhelmina op woensdag 16 februari 1916 aan Zaandam had een aanmerkelijk minder feestelijk karakter. Aanleiding was de watersnood.
In de nacht van 13 op 14 januari waren bij een storm de dijken doorgebroken bij Uitdam, Durgerdam en Katwoude waardoor het zeewater tot in Zaandam stroomde. Schoolgebouwen werden inderhaast ingericht voor de opvang van de stroom vluchtelingen. In Zaamdam werd met de inzet van militairen met man en macht gewerkt aan de aanleg van kistdammen om het water te keren.

koninklijk bezoek 1Rampgebied
Wilhelmina kwam zich persoonlijk op de hoogte stellen van de gevolgen van de ramp. Onvervaard beklom ze in de Oostzijde de kistdammen die het water tegenhielden. Ook wenste ze een woning te bezichtigen waarin het water nog klotste en de bewoners zich op zolder hadden teruggetrokken.
Op maandag 12 mei 1916 deed Wilhelmina nogmaals de Zaanstreek aan om te zien hoe men de wateroverlast te boven was gekomen. Ter hoogte van ’t Smaal werd halt gehouden om Wilhelmina in de gelegenheid te stellen enige woningen, die weken door het water waren omringd, van binnen te bekijken.

Op donderdag 25 april 1957, vlak voor de viering van haar 48e verjaardag, deed Juliana Zaandam aan. Het werd een drukke dag voor Juliana. Ze begon haar rondtocht met een bezoek aan de Juliana van Stolbergschool.

 

 

 

 

 

 

 

koninklijk bezoek 2Koningin Juliana op bezoek bij de Juliana van Stolbergschool, 25 april 1957.
Archieffoto


Daarna was het bedrijf Polak & Schwarz aan de beurt. Juliana kreeg een rondleiding door het laboratorium en de parfumerieafdeling en onderwierp zich aan een reuktest. Vervolgens spoedde het gezelschap naar drukkerij C. Huig, waar Juliana het kleinste boekje ter wereld aangeboden kreeg, 3,76 mm in het vierkant, verpakt in gouden foudraaltje. Het miniboekje bevatte het Onze Vader in zes talen. Tot slot volgde een bezoek aan de Prinses Wilhelminaschool.

Coentunnel
Dinsdag 21 juni 1966 was een memorabele dag in de geschiedenis van de Zaanstreek. Koningin Juliana verrichtte de openings-handeling van de Coentunnel. Koningin Juliana liet een enorme vlag omhoog gaan en wandelde met haar gevolg de tunnel binnen. Al snel daarna kwamen de eerste auto’s.

Een echt Zaans bezoek bracht koningin Juliana op donderdag 8 juni 1972. Ze begon haar trip ’s morgens rond tien uur in Westzaan. Om de vorstin niet te choqueren waren alle schuttingwoorden langs de route verwijderd.
Ze bezocht het bejaardenhuis Lambert Melisz. Ook stond er een boottochtje door de Reef op het programma. Vervolgens stapte het gezelschap in de bus om de firma Flentrop Orgelbouw te Koog aan te doen. Na de rondleiding door het bedrijf zette Juliana koers naar de Zaanse Schans waar ze diverse winkeltjes bezocht. Het koninklijk bezoek eindigde in De Speeldoos met een optreden van drie meisjes op harpen.

Op donderdag 19 mei 1983 vond in Zaandam een heuglijke gebeurtenis plaats. Koningin Beatrix opende met feestelijk vertoon de Hemspoortunnel en het nieuwe station Zaandam.
Daarna bracht ze een bezoek aan de Zaanse Schans. Ook op vrijdag 11 december 1998 was Beatrix present bij de opening van een nieuwe Zaanse aanwinst: het Zaantheater.
Het laatste bezoek van Beatrix aan Zaandam vond plaats op 11 maart 2009 ter gelegenheid van de opening van het Verkade Paviljoen op de Zaanse Schans.
bron: dagblad De Typhoon, dagblad Zaanlander

koninklijk bezoek 3Consternatie
Op 16 april 1899 bezochten prinses Wilhelmina en koningin-moeder Emma officieus de Zaanstreek. Hun bezoek zorgde voor de nodige consternatie doordat de koninklijke komst pas laat bekend werd gemaakt. Maar alles kwam keurig op zijn pootjes terecht. Het koninklijk gezelschap bezocht de fabrieken De Unie van Wessanen en Laan aan de Veerdijk in Wormer die voor deze speciale gelegenheid zelfs inpandig prachtig versierd waren, blijkens een uitgebreid verslag in de ’Provinciale Noordhollandsche Courant’. Daarna volgde een rijtoer naar het pas geopende Wilhelminapark in Wormerveer waar bij de ingang een fraaie erepoort door de gemeente was opgericht.

Koningen/prinsen
In de 19e eeuw kreeg de Zaanstreek verschillende koningen en koninginnen over de vloer. In de 20e eeuw kwam daar nog een flink aantal prinsen bij.
1831, Koning Willem I (1772–1843), eerste koning der Nederlanden, te Zaandam 1842, Koning Willem II (1792–1849) te Zaandam
1855, Bezoek van koning Willem III (1817–1890) aan Zaanstreek
1896, Koningin Emma en prinses Wilhelmina bezoeken Zaandam
1897, Koningin Emma en prinses Wilhelmina bezoeken nogmaals Zaandam
1928, 24 mei, prins Hendrik opent Molenmuseum.
1945, 26 juli, prins Bernhard opent Bernhardbrug
1957, 18 juli, prins Bernhard opent nieuwe fabriek van Artillerie Inrichtingen
1969, 2 mei, prins Claus bezoek William Pont
1976, 6 september, prins Claus opent Willem Alexanderbrug
1976, 8 oktober, prins Claus op Bannehof
1990, opening tentoonstelling 1940–45, Bannehof, door prins Bernhard
1993, Prins Claus opent Prins Clausbrug
1999, 14 september Privébezoek prins Claus aan Zaandam.
1999, 11 oktober, kroonprins Willem-Alexander bezoekt Zaandam

koninklijk bezoek 4

Prins Bernhard opende de nieuwe munitiefabriek van Artillerie Inrichtingen, 18 juli 1957. Archieffoto

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Sat, 09 Jul 2016 18:35:37 +0000
Salonboten in 1950 uit de vaart http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/686-salonboten-in-1950-uit-de-vaart http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/686-salonboten-in-1950-uit-de-vaart SALONBOTEN IN 1950 UIT DE VAART

Salonboten in 1950 uit de vaart

C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven de komende maanden veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.

Salonboten in 1950 uit de vaart
Alkmaar Packet vervoerde honderdduizenden Zaankanters
door: Peter Roggeveen
Bronnen: Dagblad De Zaanlander, dagblad De Typhoon

salonboten uit vaart 1foto: Een ansichtkaart uit 1858 met de titel: Nieuwe Zaansche Salonbooten op de Zaan.

De witte salonboten van de Alkmaar Packet waren in de Zaanstreek een begrip. De schepen droegen namen als Czaar Peter, Prins Hendrik, Prins van Oranje, Stierop, Koningin Wilhelmina, Zaandam 1 en Zaandam 2. De Alkmaar Packet onderhield een dagelijkse dienstregeling tussen Amsterdam en Alkmaar. Twee schepen pendelden dan tussen beide steden, van ’s morgens 5.40 uur tot ’s avonds 20.40 uur.
Vanaf de oprichting in 1864 tot aan de opheffing in 1950 waren de schepen dagelijks op de Zaan te zien. Echt geschikt voor een vlot forensenvervoer was de Alkmaar Packet niet, want de gehele reis van Alkmaar naar Amsterdam, of andersom, duurde twee uur en veertig minuten.
Een enkele reis Alkmaar-Amsterdam kostte drie kwartjes voor de eerste klasse en 45 cent voor de tweede klasse. Een dagretourtje was voordeliger: respectievelijk één gulden en 65 cent.
salonboten uit vaart 2Twee dubbeltjes
Wie van Zaandam naar Amsterdam wilde, had met de salonboten een goed alternatief voor de trein. De reis duurde slechts een half uurtje. De prijs voor een enkele reis eerste klasse bedroeg twee dubbeltjes, een dagretour kostte 30 cent. Vervoersbiljetten voor enkele reizen waren verkrijgbaar op de boten bij de conducteurs, terwijl dagretours en couponboekjes uitsluitend gekocht konden worden bij de diverse kantoortjes bij de aanlegsteigers.
Aan opstapplaatsen ontbrak het niet in de Zaanstreek. Zo meerden de boten af in Knollendam, Wormerveer-Noord en Wormerveer-Zuid, Zaandijk, Koog aan de Zaan, Zaandam bij de Dam en bij het Vissershop.

  salonboten uit vaart 3

foto: De officiële opening van de nieuwe, betonnen steiger voor de schepen van de Alkmaar Packet in de zomer van 1947. De oude, houten steiger was in de hongerwinter gesloopt en opgestookt.

 Oprichter Bosman
De Alkmaar Packet kent een rijke historie. In het voorjaar van 1864 nam de 34-jarige in Akersloot geboren Cornelis Bosman een gewaagde stap met de oprichting van de Commanditaire Vennootschap Alkmaar Packet, gevestigd in Alkmaar. Doel was het exploiteren van een stoombootdienst op de lijn Alkmaar-Zaandam-Amsterdam voor het vervoer van passagiers, pakketten, post en goederen. Al snel breidde hij zijn rederij uit met andere lijnen, zoals Zaandam-De Rijp (later Zaandam-Haarlem), Enkhuizen-Staveren en zelfs Zwolle-Kampen-Amsterdam.

Eerste lijndienst
Op 1 juli 1864 vertrok de Alkmaar Packet 1 voor zijn eerste lijndienst. Het schip was betrekkelijk klein omdat de schutsluis in Zaandam — de zogenoemde Groote Sluis — met z’n lengte van 28 meter en breedte van 5.10 meter als flessenhals fungeerde. Pas met de opening van de veel grote Wilhelminasluis in 1903 kwamen aanmerkelijk grotere schepen in de vaart. De Alkmaar Packet 2 kreeg al snel gezelschap van de schroefstoomboten Alkmaar Packet 3 (bouwjaar 1870), Alkmaar Packet 4 , later Prins Hendrik genoemd, (bouwjaar 1874), Alkmaar Packet 5 (bouwjaar 1879).
Allemaal open schepen die konden worden afgedekt met een tentdak. Weer later werd de vloot uitgebreid met het stoomschip Graaf Willem (bouwjaar 1883), de Alkmaar Packet 6 (bouwjaar 1893), later omgedoopt tot Prinses Juliana, Alkmaar Packet 7 (bouwjaar 1892), Alkmaar Packet 8 (bouwjaar 1899) en Alkmaar Packet 9 (bouwjaar 1902).

Bekende verschijningen op de Zaan waren de salonboten Zaandam 1 en Zaandam 2, elk goed voor 650 passagiers en twintig ton aan goederen. Deze twee stoomboten met de karakteristieke gele schoorstenen met zwarte hoed behoorden niet tot de vloot van de Alkmaar Packet, maar waren eigendom van de Zaandamsche Stoomvaart Maatschappij die in 1903 een dienst startte tussen Amsterdam en Zaandam. De concurrentie met de Alkmaar Packet werd op het scherpst van de snede gevoerd.


Vrede
In 1912 werd de vrede getekend tussen de twee maatschappijen en kwam er een samenwerkingsverband op gang. Al snel daarna werden de Zaandam 1 en 2 in één adem genoemd met de Alkmaar Packet. Na de Tweede Wereld Oorlog ging het bergafwaarts met de Alkmaar Packet. Het aantal passagiers liep sterk terug en er werd stevig verlies geleden. In 1948 werd het vervoer van goederen stopgezet en in september 1950 kwam er ook een einde aan het vervoer van passagiers. De schepen werden verkocht. Daarmee kwam een definitief einde aan een 86-jarige traditie van personenvervoer.


Pronkstuk
Een pronkstuk was salonboot Czaar Peter, gebouwd in 1908. Het 52 meter lange en ruim zeven meter brede schip beschikte over meerdere dekken en kon 1.400 passagiers en tien ton goederen vervoeren. Het schip werd in 1944 door het verzet tot zinken gebracht om te voorkomen dat het in Duitse handen zou vallen. Na de oorlog werd de salonboot gelicht en weer in de vaart gebracht.
Een andere beroemdheid was de salonboot Prins van Oranje, gebouwd in 1908 als zusterschip van de Czaar Peter.
De laatste aanwinsten waren de salonboot Koningin Wilhelmina (gebouwd in 1905), de motorsalonboot Alkmaar (gebouwd in 1913) en de motorsalonboot Stierop, gebouwd in 1922.

Levende muziek
De bemanning van de schepen van de Alkmaar Packet had bepaald geen luizenbaan. Vooral de stokers en machinisten hadden het ’s zomers zwaar te verduren in de bloedhete machinekamer. In het hoogseizoen maakten de stokers gigantische werkweken van zo’n 90 uur: van vier uur ’s morgens om de ketel op de stoken tot ’s avonds tien uur. En dat voor een weekloon van vijftien gulden.

Voor de passagiers lagen de zaken geheel anders. Ze werden in de watten gelegd, al waren er wel degelijk verschillen tussen de eerste en tweede klasse. Zo kostte een enkele reis Alkmaar-Amsterdam 75 cent voor de eerste klasse en 45 cent voor de tweede klasse.
Vaak was er levende muziek aan boord van orkestjes die aan het eind van de rit met de pet rondgingen. Een bekende verschijning aan boord was de Zaanse accordeonist Jan Kolvers.
Het was goed toeven in de parterre, op het bovendek of in de salon. Naast de vaste lijndiensten waren er speciale arrangementen voor schoolreisjes, verenigings– en personeelsuitjes.
salonboten uit vaart 4foto: De salonboot Alkmaar, afgeladen met passagiers, in de Achterzaan vlak voor de spoorbrug. Links molen De Jonker. Opname circa 1925

Legendarisch waren de afgeladen boten tijdens de Zaandammer kermis wanneer de boten bijna bezweken onder de last van duizenden Amsterdammers die in Zaandam flink de bloemetjes buiten kwamen zetten.

salonboten uit vaart 5
foto: De Prins van Oranje is als partyboot nog steeds in de vaart en doet ook wel Zaandam aan. De ligplaats is achter het Centraal Station Amsterdam.

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Mon, 11 Jul 2016 12:31:41 +0000
De Typhoon als Verzetsblad http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/690-de-typhoon-als-verzetsblad http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/690-de-typhoon-als-verzetsblad DE TYPHOON ALS VERZETSBLAD

C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven de komende maanden veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.

De Typhoon als verzetsblad
Eerste exemplaar verscheen op 12 oktober 1944
Bron: NHDagblad Zaanstreek, zaterdag 2 januari 2010
Door: Peter Roggeveen
de typhoon 1De Typhoon, Dagblad voor de Zaanstreek, kwam rechtstreeks voort uit de illegaliteit. Het was een echt verzetsblad waarvan het eerste exemplaar verscheen op 12 oktober 1944. Het blad werd uitgebracht door de Rooms Katholieke Centrale (RKC), een overkoepeling van het katholieke verzet.


De eerste maanden van De Typhoon verliepen tumultueus. Het begon al met een discussie over de naam. Het eerste verzetskrantje van de RKC werd op 10 oktober 1944 gelanceerd onder de naam De Moffenzeef. Veel stelde het niet voor: een aan beide kanten getypt velletje, vol typefouten. Vanuit de illegaliteit was er veel kritiek op de naam, die veel te provocerend werd bevonden.
Het verhaal wil dat er tijdens een discussie over de naam van het blad een Engels vliegtuig overvloog van het type Typhoon. ’Waarom noemen we de krant niet De Typhoon?’ opperde iemand ter plekke. Aldus geschiedde.


Stencilmachine
Na de verschijning van het eerste nummer op 12 oktober 1944, wederom getypt op een velletje, kreeg het blad snel steun van verschillende verzetsgroepen. Van een dagblad was echter geen sprake. Vanaf 22 oktober 1944 kwam het uit als een weekblad.
De oplage bedroeg een paar honderd exemplaren die in elkaar werden geknutseld op de stencilmachine in de filmcabine van het rooms-katholieke verenigingsgebouw De Bond in de Zaandamse Oostzijde. Het papier, stencils en inkt werd geleverd door boekhandel Brinkman aan de Westzijde. Eigenaar Willem Brinkman was actief in het verzet, onder meer als districtsleider voor onderduikers.
Hij overleefde de oorlog niet en overleed op 20 februari 1945.
Het aantal artikelen, berichten en commentaren nam dusdanig toe dat besloten werd de stencilmachine te verruilen voor een drukpers.

Drukpers
De drukpers bevond zich in de drukkerij van Jan Vos aan de Oostzijde, vrijwel tegenover het rooms-katholieke verenigingsgebouw.
Op 3 december 1944 rolde de eerste gedrukte krant van de pers. Om het risico op ontdekking van de illegale drukkerij te spreiden, werd de zetterij verplaatst naar een ’geheime kamer’ in de katholieke bibliotheek aan de Zuiddijk.
Die voorzichtigheid bleek geen overbodige luxe. Tijdens een inval van de Duitsers in de drukkerij van Vos werd veel materiaal in beslag genomen. Toch was De Typhoon daarmee niet ter ziele. Uit Amsterdam werd met paard en wagen een gedemonteerde vlakpers naar Zaandam vervoerd die een plek kreeg in de boekbinderij van Gerrit Fiddelaar aan de Oostzijde. De benodigde stroom werd afgetapt van bedrijven in de omgeving. Bij stroomuitval, geen zeldzaamheid in die tijd, werd een beroep gedaan op mankracht waarbij de pers met touwen heen en weer werd getrokken.
Een bijzondere editie was de bevrijdingskrant die op zaterdag 5 mei 1945 verscheen en deels gedrukt was op oranje papier.

de typhoon 2

 de typhoon 3

 

Drukkerij Stuurman
Na de bevrijding werd de krant voorgezet als Stichting De Typhoon, een dagblad, met als uitgever H.P. Stuurman, van drukkerij Stuurman op de hoek Westzijde/Herengracht. De eendracht tijdens de oorlogsjaren veranderde als snel in tweedracht bij de naoorlogse De Typhoon.
De oorspronkelijke initiatiefnemers van RKC wilden een katholieke krant maken, terwijl andere betrokkenen kozen voor een neutrale krant. Het leidde tot wrijvingen. Die liepen zo hoog op dat hoofdredacteur Erwin Baumgarten in 1946 vertrok, broer Walter volgde in 1948. Na het vertrek van de beide Baumgartens ontstond een nieuwe situatie met andere mensen aan het roer die niet betrokken waren geweest bij de illegale De Typhoon.

de typhoon 4Cees Meijer werd in 1951 aangesteld als nieuwe hoofdredacteur. Er veranderde meer. Stichting De Typhoon werd gewijzigd in NV Uitgeverij De Typhoon met als directeuren H.P. en A. Stuurman.
In 1958 verhuisde het dagblad naar een nieuw pand op de hoek van de Westzijde/Zeemansstraat. Drukkerij Stuurman verhuisde kort daarna naar een nieuw pand aan de Zeemansstraat. In 1969 fuseerde De Typhoon met Damiate Pers in Haarlem, uitgever van onder andere het Haarlems Dagblad.
Op 15 februari 1992 volgde nogmaals een fusie waarbij De Typhoon en De Zaanlander samensmolten tot het huidige Dagblad Zaanstreek.

Gerrit Groot
Gerrit Groot (1918–1981) stond aan de basis van het illegale blad De Typhoon. De rooms-katholieke geestelijke stond bekend als ’de verzetskapelaan’.
Hij werd in 1939 tot priester gewijd. In april 1941 werd hij kapelaan bij de Sint-Bonifatiusparochie aan de Oostzijde. Groot raakte al snel betrokken bij het verzet door hulp te bieden aan onderduikers. Ook speelde hij een belangrijke rol in de Rooms Katholieke Centrale (RKC), een overkoepeling van het katholieke verzet.
In 1944 werd hij een van de stuwende krachten achter de oprichting van de rooms-katholieke verzetskrant De Typhoon.
In augustus 1945 vertrok hij als kapelaan naar Rotterdam. Was later rector, godsdienstleraar, pastoor en deken.

De Zaanlander
De historie van De Zaanlander gaat terug tot november 1886. De oprichter was J.C.Peereboom uit Wormerveer. Het verscheen aanvankelijk als weekblad in de Zaanstreek.
Tussen 1914 en 1938 verscheen De Zaanlander meerdere keren per week.
Vanaf 1938 werd de krant een dagblad met zo’n 18.000 abonnees. De oplage werd gedrukt bij de Zaanlandsche Stoomdrukkerij v/h E.N.Smit Ez. aan de Stationsstraat in Koog aan de Zaan.
de typhoon 5In de Tweede Wereldoorlog reed het blad een scheve schaats. De Zaanlander behoorde tot de dagbladen die zich schikte in de door de Duitse bezetter opgelegde maatregelen. Zo volgde een verplicht samengaan met kranten in de regio’s Alkmaar, Hoorn, Schagen en Den Helder. Deze krantencombinatie kreeg een nieuwe hoofdredactie met een nationaal-socialistische signatuur.
Dat leverde De Zaanlander na de bevrijding een verschijningsverbod op tot september 1946. In 1949 ging De Zaanlander op in de Verenigde Noordhollandse Dagbladen dat in totaal zeven edities omvatte. In 1992 fuseerden De Verenigde Noordhollandse Dagbladen met Damiate Holding, uitgeefster van onder meer De Typhoon. Dat leidde weer tot het samengaan van De Zaanlander en De Typhoon tot de nieuwe uitgave Dagblad Zaanstreek.

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Mon, 11 Jul 2016 18:30:01 +0000
Slopershamer nam veel weg http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/691-slopershamer-nam-veel-weg http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/691-slopershamer-nam-veel-weg SLOPERSHAMER NAM VEEL WEG

C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven de komende maanden veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.

Bron: NHDagblad Zaanstreek, 21 november 2009
Door: Rob Swart
Bronnen: Archief Dagblad Zaanstreek

Slopershamer nam veel weg

Hout terwijl iedereen stenen gebruikte

De Zaanse houtbouw is beroemd. Vanuit de hele wereld komen toeristen om naar de kleine schattige houten huisjes te kijken.
In de Zaanstreek is het bouwen van houten huizen veel langer volgehouden dan in de rest van Nederland. De stenen huizen waren warmer en degelijker en bovendien veel minder brandgevaarlijk.
Maar de Zaanstreek behield een voorkeur voor hout tot in het begin van de twintigste eeuw en nog steeds worden hier en daar houten huizen gebouwd.

De liefde voor het houten huis is heel goed te verklaren.
Het hout was in de Zaanstreek, de eerste houtzaagmolens waren hier. Een houten huis was dus veel eenvoudiger te maken dan een stenen huis. Door die overvloedige houtindustrie en –verwerking waren er ook volop timmermannen in de Zaanstreek maar was er nauwelijks een metselaar te vinden. Uiteraard zag de Zaankanter van honderden jaren geleden ook het voordeel van een licht huis op slappe veengrond.

Omdat er zoveel gebouwd en getimmerd werd, verfijnde de bouwkunst ook. Zo werden beeldsnijders uit de scheepsbouw aangetrokken om huizen te verfraaien met hun houtsnijwerk.
De Zaanse houtbouw steeg op die manier kwalitatief ver boven het gemiddelde uit.
Er werden veel huizen gebouwd die het bewaren waard waren, maar pas in de jaren zestig van de vorige eeuw groeit de wens om oude gebouwen te bewaren. Voor die tijd won de belangstelling voor ruimte maken en nieuw bouwen het altijd. Daarna ook meestal.

foto: Lagedijk 214, het oudste huis van Zaandijk

slopershamer 1Lagedijk 214 in Zaandijk werd in 1994 op het nippertje van sloop gered. De eigenaar had al een sloopvergunning. Hij was zelfs al met zijn breekijzer aan de gang, maar ontdekte bij het slopen opvallend timmerwerk.

   
   

slopershamer 2Er werden deskundigen bijgehaald die het pand op grond van de gebruikte technieken schatten dat het huisje al in 1625 was gebouwd. Daarmee was Lagedijk 214 ineens het oudste nog bestaande huis van Zaandijk. Het sloopplan werd aan de kant gelegd en er kwam een restauratieplan van architect Piet van Nugteren voor in de plaats.

Typerend voor het zeventiende eeuwse houten huis is het skelet. Op een onderheide en gemetselde fundering staat een skelet dat bestaat uit jukken, die anderhalf tot twee meter van elkaar af staan. Zo’n juk bestaat uit twee verticale stijlen met daartussen een horizontale balk. Om die constructie te verstevigen zit in de hoek tussen elke stijl en de zolderbalk een *korbeel. Op de stijlen, in de lengterichting, liggen de draagbalken voor de dakspanten. *Korbelen werden, als zij zichtbaar waren, soms rijkelijk versierd.
In balken en stijlen werd vaak een profiel geschaafd. De mooiste versieringen zaten aan de buitenkant. Met name de windveren waren uitermate geschikt om sierlijke vormen in de gevel aan te brengen. De makelaar is een onderdeel van de constructie van het huis. Het is de verbinding tussen de nok van het huis en een balk. Maar het gedeelte dat boven het dak komt
werd ook gebruikt om het huis te verfraaien. Tegen het houtskelet zitten de planken. De planken van het voor– en achterschot horen verticaal. De zijgevels hebben horizontale planken die als dakpannen over elkaar liggen.


Monumenten
De gedachte om oude panden te bewaren voor toekomstige generaties ontstond pas aan het eind van de twintigste eeuw. Eerst ging het vooral om de fraaiere woonhuizen, die meestal ook van betere kwaliteit waren. Daarna volgden de typische Zaanse houten huizen, die als ze in de weg stonden werden verplaatst naar de Zaanse Schans. Nu is de gedachte dat de huizen ook in hun omgeving moeten blijven staan. Inmiddels staan ook de industriegebouwen hoog aangeschreven en wordt veel moeite gedaan om die te behouden. De Adelaar, het Hembrugterrein en de hallen van Bruynzeel zijn daar voorbeelden van. Rob Swart

foto: Het havengebouw bij de Wilhelminasluis.
slopershamer 3Geen belangstelling
In de beschrijving van de Zaanlandsche dorpen van Adriaan Loosjes wordt geen woord besteed aan hoe huizen er uit zagen. Terloops maakt hij soms een opmerking, zoals in zijn verhaal over het Turfoproer: In het terugkeren viel zijn oog op het huis van Oosterhoorn welke voorkap naar Italiaanse bouwkunst opgehaald met treffelijk gesneden werk van hout in plaats van steen voorzien, geheel was weggebroken.
Over Wormerveer schrijft Loosjes: Het strekt zich bijkans een half uur gaans langs de Zaan uit, en wel in dier voege, dat genoegzaam alle de huizen, maar weinig uitgezonderd, het gezicht van vooren op de Zaan hebben, langs welke de gemeene weg loopt.
Dit geeft een zeer aangenaam gezigt, zoo voor de bewoonders op de dagelijks in meenigte voorbijkomende vaartuigen, als uit de vaartuigen op de huizen.

Nu is dat heel anders. Alleen de advertenties van makelaars bevatten al honderden beschrijvingen.
Zoals deze: Het zuidelijk deel van Assendelft is nog betrekkelijk onaangetast. Het agrarische karakter van Assendelft blijkt duidelijk uit de vele stolpboerderijen die hier te vinden zijn. Sommige hebben een simpele, Zaanse gevel. Dorpsstraat 255, in later tijden regelmatig verbouwd, is voor zover bekend het oudste gebouw in de Zaanstreek.


Havengebouw
Als er één gebouw gesloopt is, waarover oudere Zaankanters nog altijd boos kunnen worden, dan is het wel het havengebouw in Zaandam.
Het was een karaktersitiek gebouw met een fraaie trapgevel.
Het doet denken aan het gekoesterde gemeentehuis van Jisp, waarvan het ontwerp toegeschreven wordt aan de beroemde Leeghwater. Het Zaandamse havengebouw was van stadsarchitect J.H.Doodhagen.
Het gebouw is gesloopt omdat op die plaats het Zaangemaal moest komen. Uitgerekend dat recht-toe recht-aan gebouw kwam op de plaats van het havengebouw.
Oud werd het havengebouw niet. Het werd is tussen 1910 en 1920 gebouwd en in 1963 gesloopt.

*Korbelen Wordt gebruikt voor elementen, meestal driehoekig van vorm, die uit een muur, pier of andere structuur steken en die dienen om een verticaal gewicht te ondersteunen of om een hoek te versterken door het gewicht te verdelen over het oppervlak van de structuur waaruit ze steken. Soms zijn ze meer decoratief dan functioneel.

slopershamer 4

 

 

De korbeel (schuine balk) ter ondersteuning van de horizontale balk

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Tue, 12 Jul 2016 07:35:30 +0000
Bezoek Napoleon aan Zaandam http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/693-bezoek-napoleon-aan-zaandam http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/693-bezoek-napoleon-aan-zaandam SANS PAREIL — BEZOEK NAPOLEON AAN ZAANDAM


C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven de komende maanden veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.

Bliksembezoek van Napoleon

Uitspraak ’Sans pareil’ van keizer waarschijnlijk verzinsel
Bron: NHDagblad Zaanstreek, 14 november 2009
napoleon zaandam 1Op 10 oktober 1811 was Zaandam in rep en roer. Pas op het allerlaatste moment had men bericht ontvangen dat keizer Napoleon Zaandam zou bezoeken. Er was minder dan een dag om het bezoek voor te bereiden.

 foto: De Voorzaan ten tijde van het bezoek van Napoleon in 1811

Maar alle moeite was vergeefs, want Napoleon verdween even snel uit Zaandam als hij was gekomen. Alle Zaandamse notabelen waren diep teleurgesteld. Dat gold niet voor het meisje Aaltje. Zij ontving van de keizer een schitterend gouden, met parels versierd horloge.
Er was met recht sprake van een bliksembezoek. Napoleon was met zijn gemalin Maria Louisa op 9 oktober aangekomen in Amsterdam. In Zaandam ontving men op 10 oktober de mededeling dat de keizer van plan was de stad de volgende dag te bezoeken. Omdat het bericht pas laat in de avond op de 10e binnenkwam, was het sprake van de nodige paniek.Nog diezelfde avond werden stadsomroepers op pad gestuurd om het volk mee te delen dat de keizer in aantocht was. Eigenaren van woningen die langs de keizerlijke route stonden, werden met klem verzocht hun huizen te versieren.

napoleon zaandam 2napoleon zaandam 3Verrassing
Het bezoek kwam kort voor het keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 waarin Oost-Zaandam en West-Zaandam werden verenigd tot één gemeente. Voor de Zaandammers kwam deze maatregel als een volslagen verrassing. Het was in feite een gedwongen huwelijk.
Op de heuglijke dag zelf, de 11e oktober, werd er stevig aangepakt. Er werd aan de Voorzaan zelfs een speciale steiger gebouwd, versierd met erebogen. Om drie uur ’s middags was het grote moment daar. De keizer meerde af en werd ontvangen door de burgemeester (’maire’) H.C. Göbel van West-Zaandam, de maire van Oost-Zaandam en de commissaris van politie. De keizer beende vervolgens naar het Czaar Peterhuisje, keek er rond en keerde weer terug naar de haven, stapte aan boord en voer weer richting Amsterdam.

Perplex
De Zaandamse notabelen stonden perplex. Het bezoek had slechts een half uurtje geduurd. De teleurstelling gold vooral het vele werk dat voor niets bleek te zijn geweest. Zo waren in de gehele Zaanstreek maar liefst acht fraaie erebogen in grote haast opgericht en waren zowel particuliere als openbare gebouwen, molens en fabrieken versierd.
Bovendien waren twee herenhuizen in gereedheid gebracht om de keizer tijdens zijn bezoek te ontvangen. Tal van bloemenmeisjes stonden in hun mooiste jurk klaar. Twee meisjes stonden gereed om de keizer te verwelkomen met een versje. Dat lukte uiteindelijk slecht één meisje.
In een getrouw verslag van de gebeurtenis schreef maire Göbel:
„Op de been was een grote menigte. De lucht weergalmde van vreugdegejuich. Het was met smart dat wij hoogstdenzelfden onze Gemeente weder zagen verlaten. Het was niet de beheerscher van Gansch Europa die zich vertoonde, neen het was de liefderijke vader in den kring zijner dankbaare kinderen. Jammer is het dat wij het geluk niet hebben mogen genieten onzen Monarch langer in ons midden te zien.”
Alle voorbereidingen vielen in duigen. Göbel rept met geen woord over het ’sans pareil’ dat Napoleon uitgeroepen zou hebben bij het verbluffende uitzicht over de Binnenzaan, staande op de brug over de Groote sluis. De keizer heeft zeer waarschijnlijk nooit op die brug gestaan. Hij had gewoonweg geen tijd, zoals hij ook geen tijd had om een gepland dejeuné dinatoir ten huize van een notabele ingezetene te nuttigen.

Parels
Het enige tastbare aandenken aan het bezoek van de Franse keizer is een gouden met parels versierd horloge dat Aaltje, het dochtertje van Aris van Broek Adriaansz. van Napoleon ontving, als dank voor haar welkomstgedichtje.
napoleon zaandam 4Zij ontving het horloge niet uit handen van de keizer. Het horloge werd haar later toegezonden door de hertogin van Montebella. Het horloge is een juweeltje. Het bestaat uit een gouden kast, afgewerkt met parels en groen email. De voorzijde bestaat uit een parelkrans met lauwerkrans en de letter N van goud op een groen email fond. De achterzijde heeft een parelrand op groen email met gouden sterretjes. De bijbehorende horlogeketting is vervaardigd van geregen gouden kraaltjes, afgewisseld met *kornalijnen kraaltjes. Het geheel was verpakt in een kartonnen etui met verguld Napoleontisch wapen.

Peter Roggeveen
Bronnen: Dagblad De Typhoon,
Dagblad De Zaanlander, Dagblad voor de Zaanstreek

napoleon zaandam 5*Kornalijn (of carneool) De naam van deze vurig roodoranje steen is afgeleid van het Latijnse woord ‘carnis’ wat vlees betekent.


Expo horloge
Het horloge werd in 1874 tentoongesteld op een twee maanden durende expositie van ’Zaanlandsche oudheden en merkwaardigheden’ in het gemeentehuis van Zaandam. De expositie telde in totaal ruim 1.700 door particulieren ingezonden voorwerpen.
Inzender van het horloge was destijds P.F. Dekker te Zaandam. In 1941 schonk F. Dekker het horloge aan de Zaanlandse Oudheidkamer te Zaandijk.
In mei 1953 schonk mejuffrouw M.J. Dekker, verblijvend in rusthuis Schaerweyde te Zeist, de ketting eveneens aan de Zaanlandse Oudheidkamer. En in die Oudheidkamer aan de Lagedijk, nu Honig Breethuis geheten, bevindt zich dat kleinood nog steeds.

Chaotische tijd
Het moet voor de inwoners een chaotische tijd zijn geweest.
In 1795 maakten ze mee dat de Republiek der Nederlanden werd vervangen door de Bataafse Republiek. Met de benoeming van Lodewijk Napoleon in 1806 tot koning veranderde de republiek plotseling in een koninkrijk. En vier jaar later, in 1810, werd Holland ingelijfd bij Frankrijk.
Van vrijheid was onder het Franse juk geen sprake meer. Er opereerde geheime politie, er was censuur en de Franse taal werd als verplicht vak op scholen ingevoerd. De Zaanstreek draaide op voor de kosten van inkwartiering van de Fransen.
Vooral de gegoede burgerij merkte dat in de portemonnee in de vorm van hoge belastingen op onroerend goed. Daarnaast werden er hoge accijnzen op wijn, bier en turf ingesteld.


Kwaad bloed
De bezetter zette vooral kwaad bloed met de maatregel tot gedwongen inschrijving voor krijgsdienst in het Franse leger. Aan de hand van deze inschrijvingslijst werd vervolgens geloot wie in Franse krijgsdienst moest. In de Zaanstreek leidde dat in april 1813 tot een volksoproer waarbij de zes leiders via snelrecht door de Franse krijgsraad ter dood werden veroordeeld.

Napoleon Bonaparte (Ajaccio (Corsica), 15 augustus 1769 — Longwood House (Sint-Helena), 5 mei 1821) was Eerste Consul van Frankrijk (1799 — 1804) en daarna keizer der Fransen (1804 — 1815) als Napoleon I van Frankrijk. In die hoedanigheid werd hij de machtigste man van Europa en een van de bekendste en invloedrijkste figuren in de wereldgeschiedenis

Na de scheiding van Joshepine, trouwde Napoleon in maart 1810 met Marie Louise, aartshertogin van Oostenrijk en een nicht van Marie Antoinette; door dit huwelijk was hij verbonden aan de Duitse koninklijke familie. Zij kregen één zoon, Napoleon Francis Joseph Charles (1811–1832)

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Tue, 12 Jul 2016 08:10:41 +0000
Legendarische brand in 1954 http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/694-legendarische-brand-in-1954 http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/694-legendarische-brand-in-1954 LEGENDARISCHE BRAND IN 1954 — ZAANS VEEM

C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven de komende maanden veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.

Bron: NHDagblad Zaanstreek, 6 juni 2009

Assuradeuren in paniek door grote schade Zaans Veem

Legendarische brand in 1954
Peter R. Roggeveen
legendarische brand 1De grootste brand die ooit in de Zaanstreek heeft plaatsgevonden was zonder twijfel de ‚Veembrand’ in de Oostzijde die in oktober 1954 de pakhuizen Nederland en Czaar Peter, volgepakt met cacaobonen, in de as legde.
De nablussing duurde drie weken.

De schade bedroeg destijds elf miljoen gulden, een bedrag dat bij de assuradeuren tot paniek leidde. Wanneer we die schadepost vertalen naar 2009 is de vermenigvuldiging met factor 10 een redelijke, zelfs bescheiden schatting. Daarmee komen we uit op een bedrag van 110 miljoen gulden, ofwel 50 miljoen euro. Een ongekend en nog nooit ge?venaard bedrag.

legendarische brand 2Assistentie
De brand van het Zaans Veem werd op vrijdagmorgen 15 oktober 1954 om 5.05 uur ontdekt.
Het vuur breidde zich razendsnel uit. Na anderhalf uur stonden de panden Czaar Peter en Nederland van onder tot boven in lichterlaaie. In aller ijl werd winkels en woonhuizen in de omgeving ontruimd. Omdat de brandweer van Zaandam voor een onmogelijke taak stond, werd de assistentie ingeroepen van de korpsen uit Koog aan de Zaan, Zaandijk, Westzaan en Wormerveer. Om tien uur’s morgens arriveerde ook de blusboot Jan van der Heyden uit Amsterdam.
Met donderend geraas stortte rond 8.45 uur de steenmassa aan de straatzijde tegen de vlakte. Een gedeelte van de dertig meter hoge muur viel naar binnen en zorgde voor een explosie van vuur en vlammen. Een ander stuk stortte aan de Zaankant omlaag.
Angstaanjagende taferelen speelden zich omstreeks 9.30 uur af toen een zijmuur van pakhuis Nederland instortte en men dacht dat er brandweerlieden onder het puin terecht waren gekomen. Gelukkig bleken er geen slachtoffers te zijn.

Spijsvetten
De pakhuizen Czaar Peter (gebouwd in 1898) en Nederland (gebouwd in 1912) waren in huur bij het Zaans Veem. Zij dienden als opslagplaats voor spijsvetten, cacabonen, cacaoafval, ma’s-zetmeel, verpakkingsmateriaal, veevoer en een grote partij deuren van Bruynzeel. In totaal hadden ruim twintig bedrijven er goederen opgeslagen.
De voormalige rijstpellerij Zaandam (gebouwd in 1888), het derde pakhuis, gehuurd door het silobedrijf van de Gebrs. Gort, bevatte 3.000 ton tarwe van Wessanen.
Met 150 brandweerlieden en dertig slangen werd de strijd tegen het vuur gevoerd. De toeschouwers vielen bij de helse brand, waarbij ieder kwartier ??n miljoen aan goederen in vlammen opging, van de ene sensatie in de andere. Op een gegeven ogenblik kwam er een trage stroom brandende cacaoboter uit pakhuis Nederland vloeien die zijn weg zocht naar de Zaan. In minder dan geen tijd stond het water over een groot oppervlak in brand.

Paniek
In de assurantiehoek op de Amsterdamse beurs heerste de dag na de brand weinig minder dan paniek over de miljoenencatastrofe.
De Zaandamse pakhuisbrand had met een schadepost van 11 miljoen zelfs de brand van 1949 van het Blaauwhoedenveem in Amsterdam (schade 8 miljoen) overtroffen. Vele verzekeringsmaatschappijen waren erbij betrokken, ook Franse en Amerikaanse verzekeraars. Zij stonden voor de taak om de miljoenen te moeten uitkeren: 9,5 miljoen aan goederen en 1,5 miljoen aan gebouwen.
Een paar cijfers: bij de brand werd ruim 9.000 meter slang ingezet. Ruim 20 spuiten leverden slag, waaronder alle 14 van Zaandam, aangevuld met de spuit van de havendienst, de spuiten van Koog aan de Zaan, Zaandijk, Westzaan en Wormerveer, de bedrijfsbrandweer van Pieter Schoen & Zoon en de spuit van het Zaans Veem zelf. De brandweerlieden werden door de Gemeentelijk Vrijwillige Brandweer beloond voor hun diensten met een uurloon van nul gulden per uur.

Sloop
De brandende cacaoboter liet zich niet gemakkelijk bedwingen. Met dertig man werd er nageblust.
Tien dagen later sloegen er nog vlammen uit het pakhuis Nederland en vloeide er nog een dikke stroom cacaoboter in de Zaan die zo dik was dat ze, na in het water te zijn gestold, met bijlen moest worden doorgehakt. Op woensdag 27 oktober werd een begin gemaakt met het opruimen van de ru?nes door slopersbedrijf P.R. Roosch uit Rotterdam. Met draglines, bulldozers, lieren, branders en snijders togen twaalf arbeiders aan het werk.
Het smeulde nog steeds. Met een spuit werd dag en nacht de boel nacht gehouden. Het slopersbedrijf had vier maanden voor de klus uitgetrokken.

Beruchte reputatie
In het boek ?Zaanse brandkroniek 1941–2000? is een overzicht opgenomen van grote branden met de schadebedragen. Bron van de bedragen is de Vereniging van Brandassuradeuren. De cijfers tonen ondubbelzinnig aan dat de Zaanstreek een beruchte reputatie heeft opgebouwd met betrekking tot brandschade. In een tabel is de totale schade over de periode 1988–2000 omgeslagen per inwoner. Dat levert voor de Zaanstreek over deze periode een schade per inwoner op van liefst 1800 gulden. Daarmee voert de Zaanstreek met stip de lijst aan van 19 gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Tweede staat Apeldoorn met 800 gulden schade per inwoner.
legendarische brand 3Grootste branden
De Zaanstreek kan gerust brandgevoelig worden genoemd. Dat is altijd al zo geweest, maar de afgelopen zestien jaar spannen de kroon met kolossale branden die enorme schadeposten opleverden. Het begint met de brand van Wastora op 30 augustus 1993 met een schade van 45 miljoen gulden. Wastora wordt op de voet gevolgd door de cacaobrand op het Molletjesveer te Wormerveer op 25 oktober 1996. Dat leverde een schadepost op van 40 miljoen. Imposante branden zijn ook die van Eurofill te Zaandam op 8 april 1994 (schade 25 miljoen) en die van Kloostermeubel in Assendelft op 14 november 1997 (schade 25 miljoen). De brand van Machinefabriek Duyvis te Koog op 21 juli 1996 (schade 15,5 miljoen) mag er ook zijn. En wat te denken van de brand die het winkelcentrum Westerkoog te Koog wegvaagde op 7 juni 1995 (schade 15 miljoen).
Het jaar 2003 stond geheel in het teken van grote cacaobranden. Op 3 juli 2003 ging bij Furness Logistics in Zaandam zo?n 17.000 ton cacaopoeder in rook op. De schadepost werd geraamd op 47 miljoen euro. Op 18 december 2003 was het weer raak, dit keer bij ADM Cocoa in Wormer. Daar ging 14.000 ton in vlammen op. Ook hier schommelde de schadepost in de buurt van de 45 miljoen euro.

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Tue, 12 Jul 2016 12:14:34 +0000
Geen Spanjaard Ontkwam http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/695-geen-spanjaard-ontkwam http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/695-geen-spanjaard-ontkwam GEEN SPANJAARD ONTKWAM — PINKSTEREN 1574

C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven de komende maanden veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.

Bron: NHDagblad Zaanstreek,16 mei 2009
Door: Rob Swart

Het meest gewelddadige hoofdstuk van de Zaanse geschiedenis

Geen Spanjaard ontkwam

Er is geen bloederiger hoofdstuk in de Zaanse geschiedenis dan het verhaal van de Zaanse Schans en de gebeurtenissen die daaraan in 1573 en 1574 vooraf gingen.
De opstand tegen de Spaanse overheersing begon pas goed in 1572. In dat jaar werd Diederik van Sonoy gouverneur over Noord Holland. Hij was al burgemeester van Enkhuizen, had daar de Spanjaarden verjaagd en het was zijn opdracht om het gebied boven het IJ te bevrijden. Vanzelfsprekend vormde Zaandam met de sluizen en de dam daarin een belangrijk strategisch punt.
Sonoy koos Wybe Sjoerdsz uit om Zaandam te verdedigen.
Sjoerdsz vocht al vanaf 1568 tegen de Spanjaarden en had een aandeel gehad in de beroemde verovering van Den Briel, maar later ook in de bevrijding van Enkhuizen. Het was dus niet de minste, die Sonoy stuurde, maar kennelijk had Sjoerdsz geen zin in zijn nieuwe missie.
Volgens de geschiedenisschrijver Soeteboom bleef hij ’leggen pannekoeken’. Treuzelen. Hij kreeg nogmaals de opdracht, leek met vijftig man op pad te gaan maar ging de andere kant op. Sjoerdsz werd hiervoor ter dood veroordeeld.


Rooftocht
Maximilien de Hénin-Liétard, graaf van Bossu en in Nederland vaak aangeduid als ’Bossu’ zag het strategisch belang van Zaandam ook. Hij stuurde zijn mannen naar Zaandam om de sluis in te nemen. Maar de inwoners werden vooral getroffen door een meedogenloze rooftocht waarbij veel doden vielen en mensen werden gemarteld om te vertellen waar zij hun geld hadden verstopt.
Toen Bossu hoorde dat Sonoy Zaandam wilde heroveren, stuurde hij versterking. Deze nieuwe troepen staken in de Westzijde 130 huizen in brand omdat die in de weg stonden. Maar buiten dat was het ook een daad van agressie, want het weinige dat de bewoners uit de vlammen wisten te redden, namen de Spaanse troepen hen af.
Sonoy wilde koste wat kost Zaandam onder controle hebben en het lukte hem na een eerste mislukte poging om de sluis weer in te nemen. Vanuit de haven van Zaandam vielen de Spanjaarden met schepen aan, maar de Noord Hollanders hielden stand. De strijd verplaatste zich naar andere steden en voor de verdediging van Haarlem werden de vrijbuiters uit Zaandam opgeroepen. De stad werd in december 1572 onbeschermd achtergelaten en zoals te verwachten namen de Spanjaarden haar weer in. De rooftochten verliepen opnieuw meedogenloos en bloeddorstig. Het werd nog erger toen vanuit Spaarndam Spanjaarden het ijs overstaken en Assendelft plunderden.

Er volgde een jaar van verzet, waarin groepen Spanjaarden werden verslagen en beroofd door vaderlandslievende mannen. Maar volgens de overlevering waren er ook vrijheidsstrijders met ’onedele motieven’ zoals roof en wraak. Wat overigens direct goedgepraat wordt, immers, de mannen deden dat om ’spijze voor vrouw en kind te verkrijgen’. En wat hiervan te denken: Een groep Spanjaarden verblijft dankzij windstilte in Ruigoord. Ze gaan aan land en maken er een vrolijke boel van. Worden overvallen, uitgemoord. De Spaanse neuzen en oren naaien de vrijbuiters als zegeteken op hun hoeden.

geen spanjaard ontkwam 1Foto: Het verhaal van Lambert Melisz afgebeeld in glas.

Vluchten
Na de bevrijding van Alkmaar, in oktober 1573, wordt de strijd harder. In februari is er een slag bij Krommeniedijk waar honderden mannen tegenover elkaar staan. De Staatse troepen verliezen en de inwoners van Krommenie en Krommeniedijk vallen ten prooi aan het gebruikelijke Spaanse geweld. Burgers van Westzaan maken zich op voor de strijd aan de zijde van Sonoy, maar zien tot hun schrik de volgende ochtend dat de soldaten vertrokken zijn en zij er alleen voor staan. Opnieuw was er moord, diefstal en brandstichting. Wie kon, vluchtte.
De Spanjaarden liepen door, vochten in Wormer en de vluchtelingenstroom richting Purmerend was onafzienlijk groot. Na het verzet en de successen hier en daar, werd de Zaanstreek in de winter van 1574 onder de voet gelopen. Bij wijze van uitzondering werden Jisp en Wormer niet platgebrand. In maart echter, waren de Spanjaarden plotseling vertrokken. De soldaten moesten in het zuiden van het land vechten. De vreugde duurde tot eind mei. Toen kwamen er drieduizend Spanjaarden terug.
Het kwam tot gevechten in Wormer, waarbij de Spanjaarden het op een lopen zetten in afwachting van versterking. Die werd vanuit Wormerveer overgevaren, maar de schepen werden tot zinken gebracht. Veel konden niet zwemmen, veel waren te zwaar bepakt. Aan de lopende band werden de Spanjaarden afgemaakt door Zaankanters en vrijbuiters die dit keer van geen wijken wilden weten. Vijfhonderd Spanjaarden zochten een veilig heenkomen in de schans maar werden allen gedood. „Zy lieten haar doodslaan als een hoop schapen, zonder dat iemand gevangen genomen werd of begrip had te vlugten”, schrijft J. J. Honig. Er waren er wel die vluchtten, maar bij Purmerend en Ilpendam werden ze achterhaald. Van de drieduizend man die de provincie in gestuurd werden, kwamen er zeventig in Amsterdam terug. Het was tweede pinksterdag. De volgende dag was het feest.
ROB SWART
Bron: J. J. Honig jr.: Geschiedenis der Zaanlanden (eerste deel, blz 98–225)

geen spanjaard ontkwam 2Foto: Een vreedzame publiekstrekker herinnert aan een keiharde strijd.
Lambert Melisz
Tientallen Westzaners, in de steek gelaten door de vrijbuiters die hen zouden beschermen, redden het vege lijf door voor de Spaanse soldaten uit te rennen. Hun bezittingen laten ze achter, op een paar spullen na.
In die stroom doodsbange mensen sleept een jongen een slee achter zich aan met daarop zijn zieke moeder. Hij is een volhouder en bereikt Hoorn en blijft daar volgens het volksverhaal wonen. Zijn naam: Lambert Melisz. Het verzorgingshuis in Westzaan is naar hem genoemd.
De historicus J. J. Honig jr. verbaast zich er over dat het verhaal van Lambert Melisz niet voorkomt in de Zaanlandse Arkadia van zijn voorganger Soeteboom, noch in de Cronyk van Hoorn van Velius.


Verbonden hoofd
Ook de weeskinderen hadden de wapens aangegord, om de plaats waar zij gevoed en verzorgd waren te helpen verdedigen. Een van hen, een kloeke knaap, door vurigen moed gedreven, was steeds in het heetste van den strijd. Wonderen van dapperheid werden door hem verrigt. Eindelijk brengt een der vijanden hem een diepe hoofdwonde toe. Het bloed gudst den wakkeren knaap over het gelaat, maar te sneller vloeit het ook door zijne aderen. Woedend zwaait hij het zwaard om zich heen, en weet door de hem omringende vijanden heen te breken.
Reeds zag de jongeling de zijnen terugdeinzen. Zou hij ook gaan? Neen. Jan Gerritsz rukt zich den doek van den hals, windt zich dien om het gewonde hoofd en vangt zoo op nieuw het gevecht aan.
Ruychavers knechten hielden nog stand maar ook zij wijken. Dien laatsten steun zijn dorp te zien ontzinken doet zijne woede ontvlammen; hij stort zich midden in de vijanden. Een Spaansch bevelhebber beveelt hem smalend zich over te geven. Dat kon de dappere niet dulden en zich vooroverbuigende slaat hij den hopman het hoofd af. Zoo als de arend nederschiet op zijne prooi, zoo wierp de jongeling zich op dat hoofd en weet met zijn buit Purmerende te bereiken, waar hij het aan Sonoy brengt.
J.J. Honig
Het ’verbonden hoofd’ stond in het gemeentewapen van Wormer.

Lambert Melisz
NHDagblad, 23 mei 2009
Greet en Luuk Plekker keken ervan op dat de geschiedenis van Lambert Melisz niet zou voorkomen in de Cronyk van Hoorn. Lees zelf maar wat Honig schrijft: „Vreemd, ja zonderling is het, dat Soeteboom noch in zijn Zaanlandsche Arkadia, noch in
zijne Oorlogen omtrent Y en Zaan, den naam van dien jongeman genoemd heeft. Wij hebben die nergens bij hem aangetroffen en kunnen geen goede reden van dit verzuim denken daar hij anders van oneindig minder belangrijke personen schier eene geheele geslachtlijst geeft. Even vreemd is het dat het plaatje, de beschreven gebeurtenis voorstellende, tot onderschrift draaft: Vlucht van een Wormer met zijn moeder naar Hoorn. Ook Velius’ Cronyk verzwijgt dien naam.” In de laatste vertaling van de Cronyk — van de hand van Jan Plekker — wordt Lambert Melisz wel degelijk genoemd. Dat klopt. In de versie van Velius stond het niet, maar in de vierde druk van 1740 zijn aantekeningen van Sebastiaan Centen toegevoegd. De naam Lambert Melisz is in de Cronyk gekomen in een verhaal zoals dat in meer dan honderdvijftig jaar later aan Centen is verteld door een nakomeling van Melisz.
geen spanjaard ontkwam 3Titel: „Hollantse Liefde” uit Collectie: Historieprenten Provinciale Atlas Komt voor in: Batavise Romeyn / P. de Lange . — Amsterdam, 1661.
Omschrijving:
Lambert Meliszoon van Westzanen vlucht met zijn moeder op een slee over het ijs naar Hoorn, weg van de Spanjaarden die hun huis in brand hebben gestoken. Februari 1573.

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Tue, 12 Jul 2016 12:41:52 +0000
Hembrug grootste draaibrug van Europa http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/696-hembrug-grootste-draaibrug-van-europa http://www.dezuidkanter.nl/archief1/39-archief-canon-van-de-zaanstreek/696-hembrug-grootste-draaibrug-van-europa HEMBRUG, GROOTSTE DRAAIBRUG VAN EUROPA

C A N O N VA N D E Z A A N STR E E K
Hoeveel weten wij nog van onze Zaanse geschiedenis? Kennen we alleen de gebeurtenissen uit onze eigen tijd of gaat het historisch besef dieper? Hoeveel zouden wij moeten weten of willen weten? Wat zijn eigenlijk de belangrijkste gebeurtenissen uit onze Zaanse geschiedenis en voor wie waren die belangrijk? Wat vindt u belangrijk? Rob Swart en Peter Roggeveen duiken in de geschiedenisboeken en geven de komende maanden veel antwoorden in de Geschiedeniscanon van de Zaanstreek.

Bron: NHDagblad Zaanstreek, 25 april 2009
Door: Peter Roggeveen
Bronnen: Archief Dagblad Zaanstreek

Zonder pardon in 1983 naar de schroothoop
Grootste draaibrug van Europa
hembrug 1Ooit was de imposante Hembrug over het Noordzeekanaal met z’n lengte van 128 meter de grootste draaibrug van Europa. De stalen constructie werd in 1907 officieel in exploitatie genomen. De ijzeren spoorbrug die duizenden treinreizigers per dag vervoerde, ging in 1983 zonder pardon naar de schroothoop. Pogingen om het stalen monumentale erfgoed van de ondergang te redden, leverden niets op.

Foto: De Hembrug zoals de machinist die zag.

In 1983 en 1984 maakten snijbranders korte metten met de brug. Als laatste waren in het voorjaar van 1985 de fundamenten aan de beurt. Met grote hoeveelheden springstof werden de kolossale pijlers opgeblazen. Er was maar liefst drie ton dynamiet voor nodig om de pijlers met hun zeventien meter lange voeten onder de waterspiegel op te ruimen. De bouw van de Hemspoortunnel onder het Noordzeekanaal betekende de doodsteek voor het ijzeren gevaarte uit het begin van de vorige eeuw waarover dagelijks tientallen treinen ratelden.
De brug, gebouwd door Werkspoor in de periode 1904–1906 voor een bedrag van 585.000 gulden, was een technisch hoogstandje. De 1200 ton zware draaiconstructie bood aan twee zijden een doorvaart van 54 meter, even groot als de sluis van IJmuiden.

Elektromotoren
De nieuwe Hembrug die in 1906 gereed kwam, was van een veel groter kaliber dan zijn voorganger. Bij het opendraaien van de brug om zeeschepen door te laten, kwam nogal wat kijken. Elektromotoren, een reusachtige tandkrans van ruim duizend kilo, zes looprollen van elk 3.400 kilo, een drijfas, radiaalarmen en omvormers zorgden ervoor dat de brug na het draaien weer rijklaar werd voor het treinverkeer. Een veiligheidssysteem waakte over het bedieningspaneel in het brugwachtershuisje, hoog en droog op de brug, waar stap voor stap de rails werden ontkoppeld en de spoorstaafschieters werden ingetrokken om de 1.200 ton zware draaiconstructie in beweging te kunnen brengen.
Niet minder nostalgisch dan de brug zelf, was de voormalige halte Hembrug, ter hoogte van de vroegere Artillerie Inrichtingen, dat in 1973 werd opgesplitst in munitiefabriek Eurometaal en gereedschapindustrie Hembrug NV. ’s Ochtends vroeg en ’s middags rond de klok van vijf was het een drukte van belang op het kleine stationnetje.

hembrug 2Foto: De grootste draaibrug van Europa in volle glorie.

Deuken
De brug liep in haar 77-jarig bestaan een paar flinke deuken op. Ze kreeg enkele aanvaringen van schepen te verwerken die er zijn mochten. Met name in 1970 en 1978 was het goed raak. Verfrommeld staal en gekreukte rails gaven de brug het uiterlijk van een wokkel. Vooral op 18 december 1970 was de ravage die het Russische schip Komsomolets Uzbekistana aanrichtte enorm. Zowel de brug als de rails waren verkreukeld. Zes weken lang was slechts één spoor beschikbaar voor treinverkeer. Behalve door schepen werd de brug ook ondermijnd door de Duitsers die in de Tweede Wereldoorlog een van de pijlers hadden volgestopt met explosieven om in tijden van nood de boel te kunnen opblazen. De brug was van strategisch belang. Met de spoorbrug van Velsen was de Hembrug lange tijd de enige vaste oeververbinding met Noord-Holland beneden het Noordzeekanaal.

Rem Aten en J. Bol, twee leden van het Zaans verzet, probeerden eind 1944 de vierhonderd dozen met springstof onder water zwemmend te verwijderen. Dat mislukte in eerste instantie omdat het papier van de dozen met springstof boven kwam drijven en de Duitsers de zaak in de gaten kregen. Een tweede poging lukte wel.
Liefhebbers van treinen, bruggen, technisch vernuft en nostalgisch verleden kregen begin jaren tachtig de schrik van hun leven toen bekend werd dat de brug zou worden gesloopt. De Hemspoortunnel had de stalen brug overbodig gemaakt. Acties tot behoud van het stalen monument van techniek haalden niets uit. Met snijbranders werd het gevaarte in stukken gehakt. Tal van kleine stukjes van de brug vonden hun weg naar particulieren. Van de eens zo robuuste brug is vrijwel niets overgebleven. Wat rest is een draaionderdeel van de brug dat als blijvende herinnering bij het station van Zaandam werd geplaatst. Maar dat monument heeft inmiddels moeten wijken voor het nieuwe stadhuis.
Peter Roggeveen

Voorganger
De Hembrug had een voorganger die al in 1878 werd geopend. Die brug met een doorvaart van 19 meter, bleek te smal voor het scheepvaartverkeer. Amsterdam was bepaald niet ingenomen met het plan om een brug over het Noordzeekanaal te bouwen. Men voorzag grote problemen voor de scheepvaart en probeerde de komst van de brug zo lang mogelijk tegen te houden. Ook toen de brug er lag heeft Amsterdam nog geprobeerd de oeverbinding te laten verdwijnen. Toch was die eerste draaibrug niet echt zo’n obstakel als Amsterdam deed voorkomen. Hij stond vrijwel de gehele dag open om schepen te laten passeren. Slechts eens in de drie tot vier uur reed er een trein over.

Vlag halfstok na de laatste trein
Zaandam — Vijf minuten voor half tien was het gisteravond toen de laatste personentrein over de Hembrug reed, richting het oude station van Zaandam. Van de honderden mensen in deze trein was burgemeester A. Lems van Zaanstad als laatste op de brug, want hij zat in het achterste rijtuig met zijn neus tegen de ruit gedrukt. Temidden van de mensen in de trein, zoals de gemeentebesturen van Amsterdam en Zaanstad, de Nederlandse Spoorwegen en Rijkswaterstaat, bevond zich de oud-Zaandammer G.J. Bol (62). In 1944 had hij samen met de nu 87-jarige Zaandammer R. Aten uit de middenpijler van de brug het dynamiet weggehaald dat de Duitsers er in gestopt hadden om de brug desgewenst te kunnen opblazen.
Terwijl boten op het Noordzeekanaal water omhoog spoten, ten dele feestelijk verlicht waren en met hun toeters veel lawaai maakten toen de trein over de brug reed, woei op de Hembrug de Nederlandse vlag halfstok. De Hembrug heeft zijn tijd gehad, gaat binnenkort naar de Hoogovens om daar te worden gesmolten.
Dagblad De Typhoon zaterdag 28 mei 1983.

]]>
webmaster@dezuidkanter.nl (Super User) Canon van de Zaanstreek Wed, 13 Jul 2016 09:14:14 +0000