Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Houtvlot­ten

Van onze redac­tie, Ruud Meijns

Houtvlot01

“Je tante op een houtvlot” werd er wel eens geroepen, net zo iets als “of je worst lust”. Meestal kwam dat als antwo­ord als je vroeg iets nog een keer te her­halen. Maar houtvlot is niet iets waar je zo maar je tante op zou zetten. Het was een zeer spe­cial­is­tis­che manier om een groot aan­tal boom­stam­men in één keer vanuit het kapge­bied naar de bewoonde wereld te verplaatsen.

De Zaanstreek was in de 17e eeuw bek­end als hout­ge­bied. Hout werd hier geza­agd, er wer­den schepen van gemaakt en huizen van gebouwd. Maar hoe kwam al dat hout hier? Bossen waren hier niet te beken­nen. Het meeste hout kwam uit het Duitse gebied en uit lan­den rond de Oostzee.

De Zaanse koop­man Claas Arisz. Caeskoper was in 1680 in Duit­s­land op een vakantiereisje en bezocht het stadje Rhein­hausen waar hij ene Hen­drik van der Wal trof die bezig was een houtvlot samen te stellen. De stam­men wer­den in zes lagen op elkaar gestapeld en het vlot was 15 meter breed en 300 meter lang. De bedoel­ing was dit geheel de Rijn af te laten zakken tot Dor­drecht en daar te laten veilen. Dat zou er dan zo, zoals op de prent hieron­der, hebben uitgezien.

Houtvlot2

Houtvlot7De vlot­ten in vroeger tij­den beston­den voor een groot deel uit harde hout­soorten bijv. eiken en beuken. De zachtere hout­soorten wer­den dan gebruikt om het vlot vol­doende dri­jfver­mo­gen te geven.

Op alle plekken in de wereld waar hout diep in de wouden werd gekapt waren de riv­ieren de beste manier om het hout te ver­vo­eren. De zijriv­ieren van de Rijn waren lever­anciers van balken die in het bin­nen­land waren gerooid.

Naar­mate het vlot de Rijn afza­kte wer­den er meer vlot­ten aan toegevoegd. Het voeren van zo’n vlot was geen een­voudige klus, het vereiste ken­nis en mankracht. Op hele grote vlot­ten die de Rijn afdreven werd een dorp gebouwd en werk­ten hon­der­den mensen om het hout veilig in Ned­er­land te kri­j­gen. Dor­drecht was niet de enige plek waar hout werd bin­nenge­bracht en geveild. Voor het hout uit Scan­di­navië waren Ham­burg en Deven­ter van groot belang. Vooral de scheeps­bouw­ers waren gesteld op het Oost­zee­hout. Het waren impor­teurs die het hout naar hier haalden. Zij lieten het hout op een houtveil­ing verkopen.

De heel grote vlot­ten had­den aan de voor– en achterkant roeis­panen die nodig waren om te sturen. De lei­d­ing van het vlot was in han­den van de vlot­meester. Met de opkomst van de stoom­boot wer­den de vlot­ten gesleept en het laat­ste vlot kwam eind jaren ’60 Ned­er­land bin­nen. Rond 1900 gin­gen nog circa 700 houtvlot­ten vanaf de omgev­ing van Mainz richt­ing Ned­er­land. In som­mige ste­den met een haven herin­nert een ‘vlothaven’ nog aan deze oude tijden.

Houtvlot3

Het Zaan­damse Tim­mer­rak vol met balken.

Een­maal ter plaatse wer­den de vlot­ten opnieuw samengesteld en kreeg elke houtza­gerij zijn eigen, op de veil­ing gekochte, deel van het vlot toebedeeld.

Die verdel­ing werd door balken­vlot­ters gedaan die met grote behendigheid over de balken liepen en een nieuw vlot samenstelden.

Houtvlot4Op de foto, rond 1890, staan de balken­vlot­ters, in dit geval per­son­eel van de Houthandel J. Dekker Jz., toen nog in West­zaan.

Om het hout vanuit de haven naar de eindbestem­ming in het West­z­i­jderveld te ver­vo­eren wer­den de vlot­ten geboomd. Dat is met een vaar­boom een schuit of een vlot voort­duwen. Later wer­den er sleep­boot­jes voor gebruikt.

Houtvlot1

Links de Voorzaan met een vlot en een zwoe­gende man met vaarboom.

Houtvlot5

Houtvlot6Onder nog uit 1968 bij de Jaap Haver­sluis waar het hout naar het West­z­i­jderveld wordt gesleept.

Bron: De Caeskop­ers van Bert Koene, Gemeente Archief Zaanstad, Region­aal Archief Dor­drecht, Wikipedia

Joomla tem­plates by a4joomla