Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

dwangarbeid1Daan Plekker dwangarbeid

Eind okto­ber 1942 ging ome Daan Plekker op 39-​jarige leeftijd naar Duit­s­land als dwan­gar­bei­der. Elke dag schreef hij in zijn dag­boek, dat uitein­delijk bestond uit zeven met pot­lood geschreven schriften, over zijn dagen daar. De oom van mijn vader die in 1984 over­leed op 81-​jarige leeftijd was geboren op 1 feb­ru­ari 1903. In juli 1936 trouwde hij met Gri­etje en ze woon­den op de West­z­i­jde 204 in Zaan­dam. In maart 1939 kre­gen zij hun dochter Aafje.

Daan Plekker, die een vrolijk, goedaardig en zorgzaam karak­ter had moest afscheid nemen van zijn gezin en werd door zijn broer Jaap (mijn opa) naar het sta­tion gebracht voor zijn reis per trein naar de fab­riek in Krüm­mel. Elke dag schri­jft ome Daan wat hij meemaakt, hoe laat hij opstaat, welke brieven hij ont­vangt en wat hij te eten kri­jgt. Ze sliepen in stapelbed­den. Er wor­den soms zee­mansliederen gezon­gen en een enkele keer speelt iemand mon­dorgel en ze speelden kaart­spellen, maar de dagen gaan vooral voor­bij met werken en slapen. Ook sokken stop­pen en de kamer aan­ve­gen wordt beschreven. De wekker ging om kwart over vier en dan ging hij met de trein van het kamp in Geesthacht (1) naar de fab­riek. Eén keer was er een lei­d­ing gespron­gen en werd een Duitser gedood, van wiens boven­lijf niets over was. Soms gin­gen ze naar de bioscoop. Voor het verlof kocht hij bouil­lon­blok­jes om mee te nemen voor Gri­etje. De meeste din­gen wor­den zon­der veel emotie beschreven, behalve als een ver­zoek tot verlof wordt afgewezen. Dan had hij natu­urlijk de pest in. Een­maal in de drie weken had­den ze een vrije zondag.

Op vri­jdag 18 decem­ber vertelt Daan over hoe hij moet rege­len om naar Gri­etje en Aafje te kun­nen gaan. De verlof­pas moest op het gemeen­te­huis wor­den afgestem­peld. Na met de trein 73km van Geesthacht naar Ratzen­burg te zijn afgereisd bleek er nog een papier te kort te zijn en moesten ze weer heen en weer. Terug in het kamp had hij 48 uur niet ges­lapen. Dan had hij nacht­di­enst van 17.00 tot 06.00 uur. „Ik heb één geluk”; schri­jft hij. „Ik ga maandag­mid­dag met verlof naar huis. Dus dat zal een feest zijn”.
Zij die te laat van het verlof terug waren kon­den elk vijf stok­sla­gen incasseren.

Aangek­leed onder de dekens met een lange jas erop kon hij soms niet slapen van de kou. In maart 1943 schri­jft hij dat er onenigheid was op de zaal omdat som­mi­gen wilden slapen en anderen begonnen te zin­gen. „Ik heb het weten te sussen en zo was alles weer in orde”; zo schri­jft hij.

Ze lazen de Zaan­lan­der (2), dus het nieuws thuis bereikte hen wel. Vanaf begin van 1943 is er af en toe luchta­larm en gaan ze bij tijd en wijle naar een schuilkelder. Op 24 juni 1943 schri­jft hij dat hij zijn kof­fer pakt en naar huis gaat. Daarmee eindigt het dagboek.

Mijn vader heeft laten weten dat ome Daan ziekte ges­imuleerd zou hebben en zich volkomen apatisch zou hebben gedra­gen om niet terug te hoeven naar het kamp. Toen de dok­ter hem meedeelde dat hij voor­goed naar huis mocht zou Daan geen enkele emotie getoond hebben om zijn sim­u­latie niet te ver­raden. Ver­moedelijk heeft hij dit om vei­lighei­d­sre­de­nen niet aan zijn dag­boek toev­ertrouwd.
Ome Daan was een zach­taardige man die hield van vissen.

Een half miljoen Ned­er­lan­ders wer­den tij­dens de Tweede Werel­door­log ged­won­gen in Duitse fab­rieken te werken.
Auteur: Astrid J. Plekker


dwangarbeid2Bij een aan­val door geal­lieerde bom­men­wer­pers op de fab­rieken in Geesthacht wer­den ruim duizend bom­men afge­wor­pen. Het gehele bom­barde­ment op de fab­rieken duurde ongeveer twintig minuten. Vol­gens berichten vie­len er 82 doden in de fab­riek waar de dwan­gar­bei­ders werk­ten.
Het dorp Geesthacht.

(1) Onder de buiten­landse dwan­gar­bei­ders kwa­men er 3800 uit ‚het Oosten’, 3520 uit Frankrijk, 1375 uit Italië, 1055 uit Ned­er­land, 320 uit Polen en 177 uit Bel­gië. Bron: Por­tal der Stadt Geesthacht 2014

(2) De Zaan­lan­der beho­orde tot de dag­bladen die zich schikte in de door de Duitse bezetter opgelegde maa­trege­len. Zo vol­gde een ver­plicht samen­gaan met kran­ten in de regio’s Alk­maar, Hoorn, Scha­gen en Den Helder. Deze kran­ten­com­bi­natie kreeg een nieuwe hoof­dredac­tie met een nationaal-​socialistische sig­natuur. Dat leverde De Zaan­lan­der na de bevri­jd­ing een ver­schi­jn­ingsver­bod op tot sep­tem­ber 1946.

Joomla tem­plates by a4joomla