Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Volk­shuisvest­ing

volkshuisvesting0
van onze redac­tie: Ruud Meijns

Bij de geschiede­nis van Het Pon­tei­land horen ook de huis­jes op de Bad­huisweg. In het ver­lengde daar­van mogen de arbei­ders van de firma Pont die de Zaan­damse Volk­shuisvest­ing (ZVH) hebben opgericht zeker niet ont­breken. Het jaar 1913 mag wel een hoogtepunt genoemd wor­den omdat in dat jaar drie won­ing­bouwv­erenigin­gen het licht zagen. Eerst iets over het wonen van de arbeiders.

volkshuisvesting1Het her­s­tel van de economie en de indus­tri­al­isatie aan het eind van de 19e eeuw zorgt voor een enorme aantrekkingskracht die de grote ste­den over­spoelt met mensen op zoek naar werk en woon­ruimte. De ste­den zijn daar niet voor toegerust en er ontstaat grote won­ing­nood. Overal waar maar een beetje plaats is wordt gewoond. Hoog­bouw met eenkamer­wonin­gen, vochtige kelders. De kinder­sterfte is enorm. Een derde van de kinderen haalt het eerste lev­en­s­jaar niet. Een arts noemt de wonin­gen in over­bevolkte wijken „ziek­temagaz­i­j­nen”. Er zijn natu­urlijk per­so­nen die van deze ellende prof­iteren; huis­jes­melk­ers, bouwon­derne­mers die de snelle winst pakken met ‚rev­o­lu­tiebouw’.
In 1855 komt het Konin­klijk Insti­tuut van Inge­nieurs, op ver­zoek van kon­ing Willem 3, met een rap­port. Het is een schokkend rap­port met als een con­clusie: ‚De holen der mensen – en anders mogen wij de wonin­gen van velen uit de min gegoede stand niet noe­men – staan niet zelden ten achter bij de plaat­sen, die ten verbli­jve voor vele dieren zijn afge­zon­derd’.
volkshuisvesting2Maar in de jaren ’50 van de 19e eeuw komen er toch ini­ti­atieven om tot ver­be­ter­ing te komen met in Ams­ter­dam de Ams­ter­damse Vereenig­ing ten beho­eve der Arbei­derk­lasse opgericht in 1851. De poging van kamer­lid W. Wint­gens in 1854 om gemeen­telijke gezond­hei­d­scom­missies mogelijk te maken haalt het niet. Met de rev­o­lu­tiepe­ri­ode van 1848 nog in het achter­hoofd begint men zich zor­gen te maken. Soci­aal denk­ende nota­be­len en onderne­mers komen met ini­ti­atieven om tot een betere won­ing­bouw te komen. De eerste won­ing­bouwv­erenig­ing waar de arbei­ders zelf het heft in han­den nemen wordt in 1860 in Zwolle opgericht: Vereenig­ing ter ver­be­ter­ing der Arbeiders-​woningen.

De over­heid bemoeit zich zo weinig mogelijk met deze zaken. De Kroon (1) zegt keer op keer dat noch de Gemeen­tewet, noch enige andere wet zich met de zor­gen van indi­vidu­ele bewon­ers heeft te bemoeien. Aller­lei ini­ti­atieven om tot een ver­be­terde woon– of gezond­hei­d­stoe­s­tand te komen stran­den op het ‚Nee’ van de over­heid. In 1873 komt de Ams­ter­damse Gezond­hei­d­scom­missie (nu wel) met een rap­port waarin gesteld wordt dat 60% van de 4000 kelder­wonin­gen in de stad direct onbe­woon­baar moeten wor­den verk­laard. De gemeente durft het niet aan. Waar moeten al die mensen naar­toe? Als er al wonin­gen gebouwd wor­den blijken die te duur voor de arbei­ders en zeker voor de kelder­be­won­ers. Tegen het einde van de 19e eeuw zijn er tal­loze verenigin­gen opgericht en zijn er in het land 5000 nieuwe wonin­gen gebouwd maar het bli­jven ‚Eiland­jes in een krottenzee’.

Maar dan in 1901 wordt de Won­ing­wet aangenomen. De invo­er­ing van de Won­ing­wet betek­ende dat de over­heid toezicht ging houden op de volk­shuisvest­ing van de burg­ers. Gemeen­ten waren vanaf nu ver­plicht om een bouwveror­den­ing en uit­brei­d­ings­plan op te stellen. Bouwver­gun­nin­gen wer­den alleen ver­leend wan­neer bouww­erken vold­e­den aan de eisen die in de gemeen­telijke bouwveror­den­ing beschreven ston­den. De over­heid kreeg met de Won­ing­wet enkele machtige instru­menten in han­den; zo kon­den wonin­gen onbe­woon­baar verk­laard wor­den of bewon­ers wor­den ged­won­gen hun pand op te knap­pen om onteigen­ing of sloop te voorkomen. Daar­naast bood de Won­ing­wet de mogelijkheid tot het ver­strekken van lenin­gen en sub­si­dies door de Rijksover­heid voor de financier­ing van nieuwe arbeiderswoningen.

Zaan­dam
volkshuisvesting3In 1903 besluit het gemeen­tebestuur van Zaan­dam een uit­brei­d­ings­plan te maken en een uit­ge­breid woningonder­zoek te laten doen. In 1905 komt het onder­zoek ter tafel en de opgetek­ende feiten waren schokkend. Hoewel de feiten voor zich spraken kwam de gemeente niet tot het besluit de won­ing­bouw zelf ter hand te nemen. In 1909 wordt een uit­brei­d­ings­plan, zoals in de Won­ing­wet wordt beschreven, door de gemeen­ter­aad vast­gesteld.
Foto: Het Ossen­pad in Zaandam

volkshuisvesting4Ter gele­gen­heid van het 25-​jarig jubileum van ZVH (1938) vertelt F.E. Happe, oud voorzit­ter, het vol­gende:
„Alles ligt mij nog zo goed in ‚t geheugen. 1912, de arbei­d­stoe­s­tanden in de Zaanstreek waren zeer slecht en daarmee par­al­lel lopende de won­ing­toe­s­tanden, juist voor de Zaanstreek met haar houten huizen­bouw, erbarmelijk. Vanzelf­sprek­end waren deze toe­s­tanden een vrucht­bare bodem voor de in die tijd opkomende arbeidersbeweging”.

De eerste stap in de Zaanse volkswon­ing­bouw was al in 1910 gezet met de opricht­ing van ‚Zaan­dams Belang’. De won­ing­bouwv­erenig­ing bouwde op de Haven de eerste 46 wonin­gen in de Archangel­straat, Rigas­traat, Bangkok­straat, Bas­se­in­straat en Haven­straat. Daarmee is een begin gemaakt en het zal zeker tot aan­moedig­ing hebben gew­erkt op enige arbei­ders van William Pont. Voorzit­ter Happe nogmaals:

Zo kwam het, dat enige vaste werk­lieden, in dienst bij de firma William Pont, het plan opvat­ten, een verenig­ing op te richten, die aan de hand van de Won­ing­wet, werkzaam zou zijn in het belang der Volk­shuisvest­ing. Tussen plan opvat­ten en uitvo­eren lag een lange weg. Eerstens was het die tijd zeer moeil­ijk onze medear­bei­ders de over­tuig­ing bij te bren­gen, dat iets dergelijks kans had te slagen”.

In het 1913 wer­den er drie won­ing­bouwv­erenigin­gen opgericht. In jan­u­ari „Goed Wonen”, in feb­ru­ari werd „Zaan­dams Volk­shuisvest­ing” opgericht en in maart zag „Leo XIII” het licht.

volkshuisvesting5Voor een goed beeld van het Zaan­dam van rond 1900 moeten we er een kaartje bij pakken. Het gaat vooral om de bebouwing aan de oost­kant van de stad. In feite was er alleen de Zuid­dijk. Behalve het Hanen­pad was er aan die kant nog maar weinig bebouwing. Daarom viel het oog van zowel Zaan­dams Belang als van Z.V.H. op dat gebied. In het defin­i­tieve uit­brei­d­ings­plan bleef echter het Vis­ser­shop onbe­bouwd. De mogelijke komst van scheep­swerf de Con­rad had hier mee te maken. Nadat de plan­nen voor het Oost­z­i­jderveld waren ver­wor­pen door de gemeente richtte Z.V.H. zich op het Vissershop.

Het archi­tecten­bu­reau van Zeeger Gulden en Melle Geld­maker maakte het ontwerp voor de wonin­gen. Al eerder had­den zij getek­end voor de Oost­z­i­jderveld­plan­nen die echter door de gemeente wer­den afgekeurd. Het bureau van de archi­tecten Gulden en Geld­maker was in de jaren ’10 tot ’30 actief in vooral de (sociale) won­ing­bouw. Het was een zeer pro­duc­tief bureau, met enkele tien­duizen­den wonin­gen op hun naam. Het werk van de archi­tecten staat te boek als sober en effi­ciënt. Het bureau blonk vooral uit in het maken van goede en goed­kope plat­te­gron­den. Zowel Geld­maker als Gulden was lid van de Soci­aal Democ­ra­tis­che Arbei­ders Par­tij (S.D.A.P.). Omstreeks 19081910 begonnen Gulden en Geld­maker samen een archi­tecten­bu­reau geves­tigd in Amsterdam.

Bron­nen:
archi­tecten­web
Gedenkboekje 25 jarig jubileum Z.V.H. 1938
Het Vis­ser­shop, en de dager­aad van de Zaan­damse Volk­shuisvest­ing, W. de Wagt.
Gemeen­tearchief Zaanstad
Wendin­gen Plat­form voor de Ams­ter­damse School

(1) Kon­ing en min­is­ter’ (die samen ‚de Kroon’ wor­den genoemd).

Joomla tem­plates by a4joomla