Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

De Schutterij-​kwestie.

Van onze redac­tie: Ruud Meijns.

schutterij0

De Schut­terij was een plaat­selijke organ­isatie die, na het vertrek van de Franse troepen in 1813, weer in het leven werd geroepen om orde en rust in een stad te hand­haven. Gedurende de 19e eeuw wer­den ver­schil­lende korpsen van poli­tie opgericht zodat het belang van de schut­terij al wat min­der werd. In 1907 werd de schut­terij als onderdeel opge­heven. Het bestond vanaf dan alleen nog als vrijetijdsbeoefening.

De oefenin­gen van de Schut­terij in Zaan­dam wer­den eerst bij de Ket­ting­brug en later op het stad­serf in de Oost­z­i­jde gehouden. En dan op zondag 7 novem­ber 1875 werd de Schut­terij van Zaan­dam opgeroepen om ter inspec­tie te verschijnen.

Een aan­tal van hen nl: Steven de Vries Hz., Cor­nelis Vethaak, Cor­nelis Post, Teu­nis Schuijt, Klaas Berghouwer, Jelis Goezinne en Jan Vethaak vroe­gen de kapitein van hun com­pag­nie verlof om op een andere dag te mogen ver­schi­j­nen. Het was immers zondag en zij voelden zich van­wege hun geloof ver­plicht de rustdag te heili­gen en daarom ook geen arbeid te verrichten.

Het ver­zoek werd niet ingewil­ligd en zij ontvin­gen een boete­briefje omdat zij verzuimd had­den ter inspec­tie en ter na-​inspectie op 14 en 24 novem­ber te ver­schi­j­nen. Om de rede­nen van hun weiger­ing uiteen te mogen zetten schreven zij aan hun Majoor-​Commandant, met overi­gens als resul­taat dat zij een dag­vaard­ing ontvin­gen om voor de Schut­ter­sraad te verschijnen.

schutterij1Eind decem­ber 1875 ston­den de 7 voor de Schut­ter­sraad in Zaan­dam. Zij wer­den verdedigd door Ds. L. Lin­de­boom (foto), predikant van de Chr. Gere­formeerde Gemeente alhier. Zijn verdedig­ing kwam erop neer dat de over­heid geen recht had burg­ers te dwin­gen hun gods­di­en­stige plicht op zondag te verzaken.

Foto: Ds. Lin­de­boom in De Stan­daard (1)

Op 28 jan­u­ari 1876 deed de Schut­ter­sraad uit­spraak in de zaak. Het door de schut­ters en ds. Lin­de­boom aangevo­erde ver­weer werd als niet geldig erk­end en zal met een geld­boete van f 1,50 ges­traft wor­den. De 7 zullen niet betalen want, zoals ds. Lin­de­boom al had aangevo­erd, zullen zij liever ver­vol­ging en gevan­genis­straf lij­den, dan op zondag dienst doen, uit­ge­zon­derd natu­urlijk brand of oproer.

Dom­i­nee Lucas Lin­de­boom was een stri­jd­baar man. In de sterke opkomst van het social­isme zag hij een groot gevaar en hij wilde er het geloof tegen­over zetten. De zaak van de 7 schut­ters was een kolfje naar z’n hand en hij verdedigde hen met vuur.

Met de vol­gende stap richt­ten de schut­ters en hun verdedig­ing op 11 feb­ru­ari een ver­zoekschrift aan de min­is­ter van Bin­nen­landse Zaken om het von­nis van de Schut­ter­sraad te verni­eti­gen. De min­is­ter deelde hen hierop mede dat hij geen bevoegdheid had om von­nis­sen van de Schut­ter­sraad te verni­eti­gen. Niet moe om hun recht te halen richt­ten de schut­ters zich op 1 maart tot de Tweede Kamer en de Zaanse gere­formeerde kerken­raad vol­gde dit op 10 maart op met een onder­s­te­unend ver­zoek. “Wij komen tot u, Mijne Heeren, met het oot­moedig, ern­stig ver­zoek: Hand­haaft het recht van ‘s Heeren dag in Nederland!”

Andere kerken­raden in het land wer­den gemo­biliseerd en richt­ten zich schriftelijk tot de Tweede Kamer. De zaak van de Zaanse Schut­ters wordt naar een lan­delijk niveau getild en kri­jgt volop aan­dacht in de pers.

De zaak nam een ern­stige wend­ing toen Cor­nelis Post op 16 maart gevan­gen werd gezet. Op 24 maart meldt ds. Lin­de­boom dat er nu al vier schut­ters gevan­gen gezet zijn. Uit alle delen van het land begin­nen nog meer kerken­raden met onder­s­te­unende smeekschriften de zaak van de Zaanse schut­ters bij de Tweede Kamer te bepleiten.

De dom­i­nee richt zich, op 14 april 1876, in een groot inge­zon­den stuk in De Stan­daard tegen de Zaanse lib­erale pers die de hele zaak liever dood zou zwi­j­gen. “…..in het molen­rijke Zaan­dam, woedt de schrikke­lijk­ste geloofsver­vol­ging met onge­bro­ken kracht.” Ook de huisvest­ing in het plaat­selijke gevang was een doorn in zijn oog. “t Is een hok, dat alleen aan­leg heeft voor berg­ing van zwi­j­nen.”, schri­jft hij. Alsof hij 300 jaar in de tijd terug­keerde, zo erg was die huisvest­ing van zijn geloofsgenoten.

Hierop reageert Mr. C. Visser, kan­ton­rechter te Zaan­dam en vice-​voorzitter van het Huis van Bewar­ing, met de med­edel­ing dat de dom­i­nee doel­be­wust de zaak op de spits wil dri­jven want de gevan­ge­nis is behoor­lijk ingericht en “steeds rein en zin­delijk wor­den onderhouden.”

Er kwam ook tegen­stand. Ds. Lin­de­boom werd ver­weten de schut­ters een marte­laarschap te hebben opge­dron­gen door zijn stukken in de pers. Er is ook nog zo iets als burg­er­plicht schri­jft de redac­tie van de Helder­sche Courant en de Schut­ter­sraad kon niet anders dan de schut­ters vero­orde­len. “Zij meen­den voor de vri­jheid te stri­j­den en bemerk­ten te laat, de kwade hart­stogten te hebben los­ge­laten, en kun­nen den stroom niet tegen­houden.”, schri­jft de krant. Het is vooral in De Stan­daard, de anti-​revolutionaire krant, waar een gods­di­en­stige polemiek wordt gevo­erd over bijv. staat Gods wet boven het gezag der Grondwet. W el werd in het land erk­end dat de Schut­ter­i­jwet wel aangepast zou kun­nen wor­den. In de Tweede Kamer waren er in mei al 64 ver­zoeken tot wijzig­ing van de wet ont­van­gen met als aan­lei­d­ing de ‘Zaan­land­sche schut­ters’. Er werd o.a. betoogd dat werken op zondag ver­bo­den is en nu wordt hen, die dat niet wil overtre­den, gedreigd met straf. In Utrecht heeft de com­man­dant van de schut­terij geen oefen­ing op zondag gehouden t.b.v. de katholieke schut­ters. Men pleit voor herzien­ing van de wet. Tij­dens de begrot­ings­be­han­del­ing in novem­ber 1876 werd er aange­dron­gen op een nieuwe schut­ter­swet inzake het bezwaar van wape­noe­fenin­gen op zondag. ‘Men moest het geweten der ingezete­nen geen geweld aandoen’.

schutterij2In 1879 laat de regering weten dat zoveel mogelijk oefenin­gen op zondag ver­me­den moesten wor­den. Daarna werd op don­derdag en nog weer later op woens­dag geoe­fend. Maar voor de schut­ters uit Zaan­dam is het te laat, zij zit­ten hun straf uit. De schut­terij voor het sta­tion Zaan­dam tij­dens de spoor­wegstak­ing van 1903.

1) De Stan­daard was een anti­rev­o­lu­tion­air dagblad.

Foto’s: GAZa­anstreek en BWSA

Joomla tem­plates by a4joomla