Dit kan alleen maar in mijn geboortestad
Volkskrant, 18 maart 2010
Collega’s bij de Volkskrant kan ik niet sterker van hun apropos helpen dan door, als ze vragen waar ik woon, eerlijk antwoord te geven. Hun reactie. Eh, Zaandam? Slikken. Haperen. Schrikflits in de ogen. Zoeken naar woorden. Gewoon blijven kijken.
Wanneer ik had gezegd ‘Morgenochtend onderga ik een geslachtsveranderende operatie in het VU-ziekenhuis, ik zou graag willen dat je me voortaan Mathilde noemt’, zouden ze niet ernstiger in verlegenheid zijn gebracht.
Ik kan ook ‘Zaanstad’ antwoorden, maar dat maakt weinig uit. Zaanstad? Daar kom je hooguit lángs, op weg naar iets anders. Het is een naam op een ANWB-bord bij een afslag die je nooit hebt genomen. Kún je er überhaupt wel komen? Is dat dan niet anderhalf uur met de trein, twee keer overstappen, bus nemen, nog een bus, met een veerpontje de rivier over, 25 minuten over een modderige landweg lopen tot het kerkje bij de koekfabriek in de verte? Ja toch?
Soms neem ik de moeite deze geborneerde lieden van repliek te dienen. Dan leg ik uit dat mijn geboorteplaats slechts 11 minuten van Amsterdam CS ligt, sneller bereikbaar dan welke Amsterdamse wijk buiten de ring dan ook. Dat er meer mensen wonen dan in Maastricht en ’s Hertogenbosch. Dat de Zaanoevers de schatkamer vormen van het industrieel erfgoed in Nederland. Dat de George Baker Selection uit de Zaanstreek komt. Dat de streek haar schoonheden pas na verloop van tijd prijsgeeft, maar alleen voor wie er moeite voor doet.
Want wij, etnische Zaankanters, slagen er steevast in om vreemdelingen die het territorium van onze stam willen betreden, te laten beseffen dat ze niet goed snik zijn. Wie het NS-station van Zaandam uitkomt, bevond zich tot voor kort in een rariteitenkabinet van stedenbouwkundige bloopers. Een troosteloos winkelcomplex van groen hardboard, een McDonald’s, een rij verwaarloosde achtertuintjes, wat morsige kraakpanden, een kantoorflat uit de tijd dat de communistische wethouder Gerrit Schoen, ex-bouwvakker, nog zelf de architectonische ontwerpen tekende op de binnenkant van een pakje Rizla-vloei.
‘Tot voor kort’, schreef ik, want alles wordt anders. Binnenkort heeft Zaandam een door urbanoloog-anatoom Sjoerd Soeters ontworpen stadshart waar ze in Leiden, Arnhem en Amersfoort jaloers op zullen zijn.
Manhattan aan de Zaan.
Pronkstuk is hotel Inntel, een ongelooflijke stapeling van Zaans-groen houten huisjes en gevels. De architect had ook een stijlvol modern hotel kunnen ontwerpen, maar gaap: op dertig andere plaatsen in Nederland staat al een stijlvol modern hotel. Waar, en waar alleen, kon dit wonder van bouwkunst verrijzen? In de Zaanstreek.
Er zijn nogal wat Zaankanters die het een hoop kitsch vinden, maar zo zijn ze: vervelende zeikers. Ik vind het Inntel Zaandam geniaal, reden waarom ik het bouwwerk gistermiddag in een mail aan Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. heb aangemeld voor de Werelderfgoedlijst van Unesco.