Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Nico en Nel van Baden

Van onze redac­tie, Ruud Mei­jns, 12 decem­ber 2012.

baden1Ze zijn inmid­dels 70 jaar getrouwd en hebben elkaar in voor– en tegen­spoed bij de hand gehouden. Dat ze op deze leeftijd, Nel is 88 jaar en Nico is 91 jaar, nog in redelijke gezond­heid bij elkaar zijn, daar geni­eten ze elke dag van.

Nel, geboren 28 mei 1924, komt van Zaan­dam. Ze is geboren in de Valk­straat (zie foto rechts).baden2 Haar vader werkte in de zuiv­elfab­riek Hol­lan­dia die ook in de Valk­straat geves­tigd was. Maar de fab­riek ging fail­liet en hij stond op straat. In die tijd, jaren der­tig, betek­ende dat elke dag stem­pe­len en voor het gezin armoede. Vader had nog wel een baan­tje als bezorger van het gemeen­te­blad ‘De 7000’. Elke vri­jda­gavond bracht hij dat rond. Het blad werd gedrukt bij Stu­ur­man aan de Heren­gracht. Nel herin­nert zich nog dat ze bon­nen kreeg voor schoe­nen. Toen ze moest passen, ze was twaalf, was er alleen nog een paar over dat veel te groot was. Haar moeder nam ze toch. Ze zou ze wel opvullen met wat­ten en dikke sokken.

Nico, geboren 1 juni 1921 komt uit Alk­maar. Maar op zijn 5e jaar hertrouwde zijn moeder, ze was weduwe, met Antoon Arema en zodoende kwam hij in Zaan­dam op het Vorsten­burg te wonen. Hij was kapitein op een salon­boot: de ‘Zaan­dam 2(zie foto rechts)baden3 die ’s win­ters op Ams­ter­dam voer en in de zomer van Zaan­dam naar Alk­maar ging. Als kleine jon­gen mocht Nico wel eens mee op weg naar Alk­maar en soms het roer vasthouden als vader bene­den het eten opzette. De salon­boot werd ook gebruikt tij­dens de ker­mis in Zaan­dam en bracht dan ladin­gen Ams­ter­dammers naar hier. Er werd dan afge­meerd aan de steiger bij het Vis­ser­shop. Soms moest er wel inge­grepen wor­den omdat iedereen naar één kant van de boot liep of er al iets te zien was. Het schip helde dan gevaar­lijk over.

Er waren in die tijd vele water­di­en­sten. Zo was er een dienst op IJmuiden, vanuit Ams­ter­dam. Over de Zuiderzee naar Har­lin­gen. Een broer van vader Arema voer op één van die boten. Arema heeft ook nog eens Koningin Wil­helmina en prins Hen­drik aan boord gehad die in 1906 een bezoek aan de Zaanstreek brachten.

baden4Op de foto de Zaan­dam 2 met Kapitein Arema, die aan­meert bij de Verkade­fab­rieken waaraan een werk­be­zoek werd gebracht.

Nel, “ik was geen studiehoofd”, was veel thuis om haar moeder te ver­zor­gen. Toen werd er niet zo op gelet als je niet op school aan­wezig was. Moeder wist wel een mooie fab­riek voor haar en ze is op haar veer­tiende bij Verkade begonnen. Met haar trouwen, in 1942, is ze gestopt bij Verkade. Als je trouwde moest je, als vrouw, stop­pen. Daarna heeft ze nog 30 jaar bij juwe­lier van Zijp op de Zuid­dijk gew­erkt. Ook heeft ze nog jaren bij de Ford fab­rieken ’s avonds de kan­toren schoon gemaakt. Op vri­jdag was ze pas om tien uur klaar. Dan kwam Nico haar met de auto halen want om zo laat nog met de fiets dat stuk van de pont naar huis te fiet­sen is geen doen. Ze hebben altijd gewerkt.

Nico z’n loop­baan begon, met 15 jaar, bij Huis­man in de Vinken­straat; een rijwiel­han­del. De Fa. Huis­man ver­zorgde o.a. het onder­houd van de bak­fi­et­sen voor Albert Heijn. De nieuwe bak­fi­et­sen moesten nog van een bak voorzien wor­den en dat gebeurde in West­zaan. Dan trok Nico met twee van die halve bak­fi­et­sen lopend naar West­zaan om ze weg te bren­gen. AH had toen ongeveer 150 winkels en ze moesten alle­maal van bak­fi­et­sen voorzien wor­den. De ‘Zaan­damse’ bak­fi­et­sen wer­den in de expe­di­tie aan de West­z­i­jde gestald, onder de ronde boog links (zie foto).baden5 Toen hij voor Huis­man te oud (en te duur) werd kon hij door z’n kon­tak­ten met Albert Heijn daar in de expe­di­tie beginnen.

Nico en Nel trouw­den in 1942 en ze had­den geluk een woninkje te vin­den. Een tante van Nel woonde daar. Ze was weduwe, vond een nieuwe man en trok bij hem in. Zodoende wist Nel op tijd dat het vrij kwam.

baden6Door de vasthoudend­heid van Nel gaf de eige­naar, R. Kakes, toestem­ming om de won­ing in de Zaansteeg aan de Oost­z­i­jde te betrekken. Ze bezocht hem op zater­dag om te horen hoe het ermee stond. Kakes zei dat hij het maandag wel zou weten. Daarop zei Nel hem dat als hij het op maandag wist hij het nu ook wel kon vertellen. Dat gaf de doorslag; ze kre­gen het. Het was een klein en oud huisje. Het licht deden ze nog met gas en kous­jes en de plee stond buiten. Maar ja, ze waren op zichzelf.

Toen ze in 1942 trouw­den hoopten ze dat Nico, hij had een vaste baan en was getrouwd, niet naar Duit­s­land hoefde om te werken. Maar een jaar later werd hij alsnog gepakt en heeft hij tot het einde van de oor­log in Duit­s­land gew­erkt. Nel kreeg enige onder­s­te­un­ing via het loon van Nico, maar zocht toch nog wat werkhuizen om de eind­jes aan elkaar te knopen. In dat jaar ver­loren ze hun eerste kind.

Gelukkig keerde Nico aan het eind van de oor­log weer in Zaan­dam terug. Via zijn broer kon hij aan de slag bij wijn­han­del van Rooy in de Czari­nas­traat. Het was voor­namelijk het halen en bren­gen van bier naar de café’s en vanaf de fab­rieken zoals Ams­tel. Er werd ook gebot­teld. Een voordeel was dat hij al een rijbe­wijs had. Op z’n 19e gehaald bij Piet van Hees van het Vissershop.

In 1948 treedt Nico in dienst van Pieter Schoen, verf­fab­riek in de Oost­z­i­jde in Zaan­dam. Het is weer de expe­di­tie waarin hij gaat werken. Voor zijn werkgever haalt hij een Groot Rijbe­wijs zodat hij ook de vracht­wa­gens kan rij­den. Omdat de opslag van goed­eren in het Zaans Veem was werd er veel heen en weer gere­den met tankwa­gens. Maar ook per boot. Pieter Schoen had een motordekschuit die tussen de Vemen voer. Vooral ’s win­ters was dat een crime omdat je die motor maar met moeite kon aanslin­geren. Ook de embal­lage lag daar opges­la­gen; dus lege blikken en vaten. Nico heeft een keer een lad­ing over­bo­ord zien gaan toen er in het korte stukje naar de fab­riek een hevige wind opstak op de Zaan en de wind greep kreeg op de lege blikken. Later werd alles geseald zodat dat prob­leem opgelost was.
baden7Het leuke van het werk was dat hij min of meer eigen baas was. Soms kon er nog wat extra geld ver­di­end wor­den als er snel een schip gelost moest wor­den. Een schip van 200 ton werd dan met tien man gelost. Alle­maal met het handje, baal op je nek en de trap op uit het schip en naar de loods. Daar kre­gen ze de man 20 gulden extra voor. Dat Veem waar we hier over spraken is bij de beroemde Zaanse Veem­brand in 1954 volledig in de as gelegd. Dat was een brand die bij veel Zaan­dammers nog lev­endige herin­ner­in­gen oproept. (zie foto rechts.)

baden8Het gezin bestond inmid­dels uit vier per­so­nen en raakte ook gemo­toriseerd. Als eerste gebeurde dat met twee Berrini’s, de zoge­naamde ‘eit­jes’. De kinderen kon­den achterop. Maar als de kinderen groter wor­den geeft dat prob­le­men met het geringe ver­mo­gen van deze brom­mers. Dus werd een Gog­gomo­biel scooter aangeschaft, met zijspan.

Op de foto staan ze bij Den Oever bij het beeld van Ing. Lely.

In Ams­ter­dam zijn ze nog een keer aan­gere­den; geen voor­rang gekre­gen. Veel schade maar geen gewon­den. De man die de aan­ri­jd­ing veroorza­akte had zijn zoon even in de auto laten rij­den. Hij ver­goedde con­tant alle schade als er maar geen poli­tie bijk­wam. Dat is zo geregeld.

Maar ook hier deed zich het­zelfde prob­leem voor dat de kinderen niet meer samen in het zijs­pan pas­ten. Dus werd een Gog­gomo­biel auto gekocht. Daarna hebben ze nog een Fiat gehad. Nico kon die makke­lijk onder­houden want in de expe­di­tie stond ook een heftruck en daarmee kon je de auto makke­lijk optillen en de onderkant bek­ijken. Bij zo’n inspec­tie bleek dat de balken doorg­erot waren. Toen is men overgestapt op een Volk­swa­gen. Bij Pieter Schoen reden alle verte­gen­wo­ordi­gers in een Volk­swa­gen en met die con­tacten werd de vol­gende auto een VW. Het voordeel hier­van was dat er ook een kleine car­a­van aange­haakt kon wor­den. Uitein­delijk bleek deze VW ook niet zo’n suc­ces. Het was een 6 volts uitvo­er­ing en als het hard regende dan kon­den de ruiten­wis­sers het nauwelijks aan.

baden10De Zaansteeg werd te krap voor het gezin. Toen Nel zwanger was en naar het zold­ertje ging om te slapen moest Nico haar naar boven duwen omdat ze er met haar dikke buik niet door kon. Nadat de moeder van Nico overleden was en vader Arema alleen kwam te staan trokken ze bij hem in op het Vorsten­burg in Zaan­dam. Een kleine enclave ingek­lemd tussen het Czaar Peter­plantsoen en de Hogendijk. Ze namen de zorg voor Vader Arema op zich. Dat had hij wel ver­di­end vin­den bei­den nu nog steeds. Het was een goede man.

Foto: Won­ing aan het Vorstenburg

Aan de Hogendijk staat ook het gemaal ‘De Soete­boom’, dat voor de wat­er­afvoer vanuit het West­z­i­jderveld zorgt. Als ze bezoek kre­gen ver­won­der­den mensen zich nog wel eens over het geluid dat het gemaal maakte. Of ze daar niet gek van wer­den. Nooit last van gehad. Dat merk je na een tijdje niet meer. Toen de huis­baas het huis wilde verkopen zijn ze op dat aan­bod inge­gaan. Als ze gewoon de huur bleven betalen plus wat extra was het wat hem betreft in orde. En zo wer­den ze eige­naar van het huis.

Omdat een aan­tal jaren later er bij de gemeente plan­nen opkwa­men om het gebied van het Vorsten­burg te wijzi­gen met bijv. een grote speelplaats voor kinderen, kre­gen ze een aan­bod voor de verkoop van hun huis met de garantie van een ver­van­gend huurhuis. Ze hebben dat aan­vaard en zo kwa­men ze in een hoekhuis in de D. Doniastraat.

baden11Door achteruit­gang in de gezond­heid kre­gen ze een aan­le­un­won­ing in de De Wet­straat. En zo kwam Nico als vri­jwilligers terecht bij het nabij gele­gen wijk­s­te­un­punt Dirk Prins. Vol­gens Nel leek het wel zijn werk want hij was daar de hele dag. Er was veel te doen voor alle club­jes die daar gebruik van maken en soms bijeenkom­sten in de grote zaal. Trots haalt hij een koker uit de kast met daarin een oorkonde van de gemeente Zaanstad als dank voor de 20 jaar dat hij vri­jwillig bij Dirk Prins actief was. In een klein doosje zit nog een pen­ning van de gemeente die bij die oorkonde hoort.

Foto: Ingang wijk­s­te­un­punt Dirk Prins

Het had niet veel gescheeld of Nico had hier niet meer gezeten. Enige jaren terug kreeg hij darmkanker. Hij was er slecht aan toe en iedereen ging er al vanuit dat hij het niet zou red­den. Maar hij zit er nog. Nel heeft prob­le­men met haar benen, ze kan moeil­ijk staan. Gelukkig kan ze rel­a­tiv­eren en ziet ze ook wel dat er mensen van haar leeftijd zijn die er veel slechter aan toe zijn.

Met enig plezier in de ogen vertellen bei­den over hun kinderen die nu ook de leeftijd naderen waarop ze met pen­sioen kun­nen gaan. Als het even meezit hebben vader, moeder en de kinderen alle­maal AOW.

Joomla tem­plates by a4joomla