Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Kabelt­jeskrant 2008

Anek­dotes uit Zaandam-​Zuid opgetek­end door Chris Kabel
Chris Kabel: Wat en voor wie ik ook schrijf, altijd is het thema: vanuit het heden met een glim­lach naar het verleden en het heeft meestal betrekking op belevenis­sen in mijn eigen leven. Aangezien ik altijd in Zaandam-​Zuid gewoond heb, zullen mensen uit die buurt vee­lal herken­ning vin­den in mijn stukjes.

kabeltjeskrant 2012 1

Anek­dotes uit een zeil­er­sleven, opgetek­end door Chris Kabel

kabeltjeskrant 2012 2

Peper­straat
Bron: Zaanse Wijken Zaandam-​Zuid, 17 decem­ber 2008

Ik werd als kind opgevoed met het gezegde: gestolen goed gedijt niet. Heel sim­pel gezegd: op gestolen goed rust geen zegen, dus steel maar niet want je schiet er niets mee op.
Aan die oer­oude ”waarheid” moest ik denken toen ik in de krant het bericht las, dat twee­hon­derd wonin­gen, kan­toren en winkels op de Peper­straat, vol­gens Justi­tie, waarschi­jn­lijk zijn gefi­nancierd met mis­daadgeld.
Geld dat afkom­stig zou zijn van een deel van het nooit gevon­den los­geld uit de “Heinekenontvo­er­ing”. Hoewel er al lan­gere tijd geruchten rond gaan over onduidelijke financier­ing van pan­den in en rond de bin­nen­stad, val je toch van ver­baz­ing van je stoel als je zoi­ets leest. Een deel van de Peper­straat zou in han­den zijn van de onder­w­ereld? Je gelooft het eigen­lijk niet, want de Peper­straat is toch de bovenwereld.

Het maakt boven­dien deel uit van onze wijk en dat is dan toch wel erg dicht­bij. Nieuws­gierig ben ik toch maar weer eens een wan­del­ing door die straat gaan maken. Op de Peper­straat tref je circa vijfen­veer­tig winkels en winkelachtige kan­toren aan. De winkels zijn zeer ver­schil­lend en er zijn veel spe­ci­aalza­ken. Er zijn prak­tisch geen fil­ialen van grootwinkel-​bedrijven aan­wezig. Het geheel doet ver­fris­send aan.
Ik noem U er een aan­tal. Zo zijn er der­tien(!) uitzend­bu­reaus, twee kopieer winkels, een com­put­erzaak, twee kled­ing­winkels (heel leuk), een lam­p­en­winkel en een elek­tron­ica winkel. Er is ook een chi­nees restau­rant, een snack winkel, een Turks eethuis, een kroeg, een kan­toor van ZVH en de SMD, een slagerij, een bloemist, een bakker en twee kap­pers. Ook vindt U er een podoloog(voetdeskundige), een goud­han­del, een sigaren­zaak annex kran­ten– en tijd­schriften­verkoop, een ink­t­sta­tion, een cater­ingbedrijf, een hypotheker en een woonbe­mid­de­laar eve­nals twee make­laars onroerend goed en ten slotte een sport/​fit­ness­cen­trum.

Het is ons Inver­dan aan deze kant van de Zaan, met dien ver­stande dat dit Inver­dan al jaren zijn bestaan­srecht bewezen heeft. Lan­delijk staat onze Peper­straat ook bek­end als de straat van de Dam tot Damloop.

Wist nie­mand iets af van dit bij­zon­dere eigen­dom van een deel van de Peper­straat? In de pers las ik, dat alle betrokke­nen van niets wis­ten en net zo ver­baasd waren als wij. Zij huur­den van een make­laar en dat was het. Geld rolt waarschi­jn­lijk geruis­loos en zon­der aanzien.

Nog even een stukje geschiede­nis. In 1983 ontvo­er­den Willem Holleeder en Cor van Hout met enige hand­langers Fred­die Heineken en diens chauf­feur Dod­eder. Drie weken wer­den deze twee vast­geke­tend aan een bed, in een loods vast­ge­houden op het indus­tri­eter­rein de Hein­ing te Ams­ter­dam. Na betal­ing van los­geld wer­den zij gevon­den door de Poli­tie.
Holleeder en van Hout zijn later gepakt en vero­ordeeld tot gevan­genis­straf. Van Hout is enige jaren gele­den ver­mo­ord. Een deel van het los­geld is nooit terug gevon­den. Vol­gens Justi­tie zou dit deel waarschi­jn­lijk zijn gebruikt bij de Peper­straat financiering.

Uit deze gang van zaken blijkt wel, dat gestolen goed toch wel gedijt. Hoog­stens raken de oneigen­lijke eigenaren in dit geval hun eigen­dom kwijt maar de twee hon­derd wonin­gen, kan­toren en winkels bli­jven gewoon bestaan. Ik wil nog wel even een ondeu­gende gedachte kwijt. Hoe wordt het echte Inver­dan momenteel gefi­nancierd? In deze tijd van kredi­et­cri­sis kijkt je ner­gens meer van op.


kabeltjeskrant 2012 2

Bioscoop
Bron: Zaanse Wijken Zaandam-​Zuid, 24 sep­tem­ber 2008

Kort­gele­den zijn mijn vrouw en ik, na jaren, weer eens naar de bioscoop geweest. Wij bezochten een leuke buurt­bioscoop aan de Haar­lem­merdijk in Ams­ter­dam. Het was er een beetje oud­er­wets en gezel­lig en deed ons daar­door denken aan vroeger. Een “bio­scopie” pikken was toen heel gewoon. Eigen­lijk was de bioscoop, tot voor dertig/​veertig jaar terug, een van de belan­grijk­ste bron­nen van ver­maak. Vooral ook voor opgroeiende jeugd.

In Zaan­dam waren toen twee bio­scopen geves­tigd.
De ene heette het Apollo the­ater en was geves­tigd in een pand op het Damplein naast het Postkan­toor. Tegen­wo­ordig is er een Argen­ti­jns restau­rant in dat gebouw geves­tigd. De naam Apollo The­ater staat echter nog altijd op de gevel! De andere bioscoop was geves­tigd op de hoek van de Vinken­straat en de West­z­i­jde onder de naam Flora The­ater. Er zit nu een tex­tiel­winkel van Wibra op die plaats.

Omdat er niet veel vertier was lagen wij als jonge jon­gens “in de kost” bij de twee the­aters. Althans zo noemde mijn moeder dat. Min­stens twee maal per week gin­gen wij er heen. Had­den wij weinig geld dan kochten wij de goed­koop­ste plaat­sen. Dat was de derde rang. Dan zat je op de eerste rij. Je kreeg een sti­jve nek van het omhoog kijken. Die eerste rij had als bij­naam: “schoften­bankie”. Je zat er niet lekker want ken­nis­sen op duur­dere rangen zagen je in de pauze zit­ten en spraken je er soms later op aan.

Voor zover ik mij herin­ner was er ook een andere mogelijkheid om goed­koop te kijken. Dat was de “mati­nee” op zondag­mor­gen of op woens­dagsmid­dag. Je kon dan voor half geld het­zelfde pro­gramma zien. Dat heette ook wel “werklozenbioscoop”.

De bioscoop was ook uiter­mate geschikt om samen met een meisje uit te gaan. Je zat er lekker warm en in het donker. Wat wil je nog meer. Uit­er­aard ging je dan bij voorkeur op het balkon zit­ten en als het enigszins mogelijk was tegen het achter­schot. In de pauze kon je snoep kopen maar dat was meestal voor ons te duur. Wij kochten voor een dubbeltje bij kruide­nier Simon de Wit in de West­z­i­jde een half pondje pinda’s. De doppen gooide je op de grond. Dat moet toch wel een hele rot­zooi zijn geweest.

Wij gin­gen niet alleen in Zaan­dam naar de bioscoop. Als er ergens in de buurt een leuke film was dan gin­gen wij daar heen. Favoriet was bij ons Bioscoop Oene in Zaandijk. Dat was een bioscoop annex pal­in­gro­kerij. De bioscoop was klein maar reuze gezel­lig en lag naast de Julianabrug. Uit­er­aard gin­gen wij ook naar Ams­ter­dam. Het stikte daar van de bio­scopen. Op de Nieuwendijk was het beruchte Cin­ema Parisien. Voor­zover ik mij herin­ner was er door­lopende voorstelling. Je kon niet zit­ten, maar je moest staan. Dan ging je er na een tijdje wel uit. De films waren niet best en had­den soms een sex­ueel tin­tje. Uit­er­aard stelde dat laat­ste niet veel voor, want vroeger was er film­cen­suur. Kwezels bepaalden wat nor­male vol­wassen mensen wel of niet mochten zien. Gelukkig is dat tegen­wo­ordig wat soe­peler geregeld.


kabeltjeskrant 2012 2

Bioscoop (ver­volg)
Bron: Zaanse Wijken Zaandam-​Zuid, 22 okto­ber 2008

In mijn vorige aflev­er­ing ging ik samen met U naar de bioscoop. Niet in deze tijd maar in vroegere jaren.
Wij gin­gen naar het Flora– en Apol­lothe­ater in Zaan­dam of naar “Oenen” in Zaandijk of nog verder, hele­maal naar Ams­ter­dam.
Bij het bioscoop­be­zoek in Ams­ter­dam viel, bij som­mige bio­scopen, vooral de extra ser­vice en aan­wezigheid van een portier op. Zo’n portier had dan een prachtig indruk­wekkend uni­form aan en op zijn hoofd een imponerende pet.
Een goede portier had boven­dien een aan­ge­name en wellu­idende stem. Hij beheer­ste het hele gebeuren buiten de bioscoop en voor de kassa. Hij dirigeerde de massa en dreef hen in de door hem gewen­ste richt­ing.
Uit­er­aard “hielp” hij ook bij het kopen van de entreekaart­jes, her­haalde met luide stem je bestelling, en hield onop­val­lend zijn hand op voor een fooi. De fooi werd als het ware geruis­loos afgedwongen.

Naar welke films werd er veel gekeken zult U zich afvra­gen.
Als filmk­ijker waren wij echter alle­seters. In de oor­logs­jaren wer­den er hoofdza­ke­lijk Duitse en Oost­en­rijkse films gedraaid. Alles ging in de Duitse taal. Nu waren we daar wel aangewend want overal was het Duits doorge­dron­gen. De radio draaide naast Ned­er­landse lied­jes vooral ook Duitse. Het gebruik van de Engelse taal was ver­bo­den. Bek­ende ster­ren waren in die tijd onder meer Heinz Rüh­mann, Johan Heesters, Zarah Lean­der en Rika Rök.
Na de oor­log kon­den wij aan de bak. Hol­ly­wood had tij­dens de vijf oor­logs­jaren gewoon doorge­draaid en dat moesten wij inhalen!
Na vijf jaar Duitse oor­logspro­pa­ganda was het, op dat moment, een ver­adem­ing. Wij wer­den over­spoeld met oor­logs­films waar­bij de glo­rie en de over­win­nin­gen van de Amerika­nen wer­den afge­beeld. Wij keken er graag naar want het waren Duit­sers en Japan­ners die op grote schaal wer­den afges­lacht.

Naast deze films kre­gen wij natu­urlijk een bulk “liefdes-​films” te ver­w­erken. Nu waren (en zijn) Amerikaanse liefdes­films meestal vre­selijk zoet en vooral in die tijd, onnatu­urlijk. De eerste jaren had­den wij dat niet in de gaten want wij von­den alles prachtig. Het kwam uit Amerika en dat maakte alles goed.
Maar langza­mer­hand kre­gen wij door, dat gelief­den elkaar eigen­lijk alleen maar zoen­den. Als een echt­paar in bed lag waren ze aangek­leed.
Amerika was en is het land van de onbe­grensde mogelijkhe­den maar op gebied van films was elk vleugje seks uit den boze. Als je die films moest geloven dan begon je langza­mer­hand te denken, dat kinderen uit de boerenkool kwa­men. De opge­waaide rok van Mar­i­lyn Mon­roe was waarschi­jn­lijk een ver­giss­ing en kwam waarschi­jn­lijk voort uit enorme reclame-​belangen.

Uit­er­aard keken wij ook graag naar knok­films. Tegen­wo­ordig heet dat heel net­jes: actiefilms.
Zo kan ik mij herin­neren, dat wij in het Apol­lothe­ater naar een knok­film keken die zich afspeelde op een vliegveld. Er werd enorm geknokt ter­wijl het sneeuwde. Laat het nu buiten ook zijn gaan sneeuwen ter­wijl wij in de bioscoop zaten. Toen wij buiten kwa­men was alles wit (net als in de film) en keken wij ver­baasd om ons heen.
Maar dat duurde niet lang. In de ban van de film begon iedereen op de Dam meteen te knokken. Ik zal het nooit vergeten.


kabeltjeskrant 2012 2

Bioscoop (ver­volg 2)
Bron: Zaanse Wijken Zaandam-​Zuid, 22 okto­ber 2008

In vorige aflev­erin­gen ging ik met U naar de bioscoop in vroegere jaren. Wij gin­gen naar de niet meer bestaande the­aters Apollo en Flora en uit­er­aard ook naar Oenen Zaandijk.
Ik vertelde U onder meer hoe wij, als jon­geren, vooral in de naoor­logse jaren, massa’s Amerikaanse films “ver­slon­den”. In de eerste jaren von­den wij alles prachtig. Het was en ging over Amerika en dat kon niet stuk. Vooral de “kooi­booi” (cow­boy) films waren bij ons favoriet. Er werd enorm in gevochten en geschoten. Deze films gaven ook een kijkje in de prachtige Amerikaanse natuur.
Het was meestal wel hoofdza­ke­lijk coulis­senwerk maar dat had­den wij toen nog niet door. Het zag er in ieder geval leuker uit dan het Oost­z­i­jderveld achter het Prin­sen­pad.

Een van de grote ster­ren was James Stew­ard.
Wij keken hoe hij liep, praatte en knokte en deden dat na.
Van de liefdes– en avon­turen­films herin­ner ik mij vooral Ingrid Bergman en Humphry Bog­art. Zij waren wereld­beroemd en speelden onder andere in de film Casablanca. Af en toe komt die film nog wel eens op TV. Als je er nu naar kijkt dan lijkt het uit de tijd van de tover­lan­taarn. Hopeloos oud­er­wets en sta­tisch.
Humphry Bog­art rookte altijd als een ket­ter in zijn films. Wij aapten dat na en rook­ten de sigaret­ten waar­voor hij reclame maakte. Iedereen rookte toen als een ket­ter dus dat paste mooi.
Het sigaret­ten­merk heette: Dushkind. Wij spaken dat uit als: duskind.

Een ander idool was de film­ster Clark Gable. Hij speelde altijd ver­lei­der­srollen en had een klein zwart snor­retje. Ik vond dat prachtig en liet ook mijn snor staan. Helaas was de kleur van mijn snor onbestendig wit. Met schoens­meer maakte ik hem zwart. Schoens­meer is echter niet water­vast. Ik kon dus niet in de regen lopen. Mijn vrien­den lachten zich rot en noem­den mij: Chris Clark Kable.
Amerikaanse films gin­gen op den duur verve­len. Knap gemaakt maar altijd net niet de realiteit van alledag. Er kwa­men langza­mer­hand gelukkig films uit andere lan­den.
In eerste instantie waren dat de Fransen. Die begonnen sombere en “real­is­tis­che” films te maken. Uit die tijd herin­ner ik mij Harry Bauer en Simone Simon. In lat­ere jaren kwa­men zij met de als seks­bom gep­re­sen­teerde Brigitte Bar­dot.
Dat was echt iets anders dan die gelikte Amerikaanse mei­den.

Al gauw zon­gen wij het liedje: “Brigitte Bar­dot Bar­dot, die heeft zij niet zo maar zo..etc”. De gebaren die wij daar­bij maak­ten kan ik niet goed op papier zetten. Dat ziet U zelf waarschi­jn­lijk wel voor U.
Later kwa­men de “real­is­tis­che” Ital­i­aanse films. Ron­duit een sen­satie was de film Bit­tere Rijst met in de hoof­drol Gina Lolo­b­rigida. Die had een blouse aan waar je bijna naar bin­nen keek. Dat had­den wij nog niet op een film gezien en het was een sen­satie in die vijftiger jaren van de vorige eeuw. De Franse en Ital­i­aanse films draaiden vooral ook in Oenen op Zaandijk.
Wij waren in die jaren weinig gewend en onze “kinder­hand” was gauw gevuld. Zo heeft echter wel elke tijd zijn bekoring.


kabeltjeskrant 2012 2

Chris Kabel – 28 maart 192831 juli 2013

Joomla tem­plates by a4joomla