Panorama zaandam by Tilemahos Efthimiadis

Kap­per Goos van Elburg,

Door Siem Meijn

KapperGoos2

Kaper Goos is als kap­per begonnen in Oost­zaan bij kap­per Cor de Boer in de Kerk­bu­urt. Als je bij Cor de Boer bin­nen­stapte had Goos de tweede stoel, deze stond links in de zaak. Dat weet ik omdat ik met mijn opa naar de kap­per moest; daar aangekomen stapten wij naar bin­nen. Cor was bezig en ik moest plaats nemen op de stoel van Goos. Mooi niet, ik wou niet door hem geknipt wor­den; moest toen wachten tot Cor klaar was en werd door hem geknipt. Waarom? Ik kan het niet zeggen.

Goos woonde aan de Dr. Scharff­s­traat 10 in Oost­zaan. Goos had ook wat bijver­di­en­sten. Hij had in het achterendje van zijn huis een echte kap­persstoel staan, spiegel aan de wand en zo kon Goos dus thuis knip­pen. Hij had ook wat klanten. Maar hier kwam gauw een eind aan. Goos werd ver­raden dat hij, als bijver­di­en­ste, thuis knipte. Door wie hij werd ver­raden is niet bek­end. Al zijn spullen wer­den meegenomen door de belast­ing­di­enst. Hij werd zelfs zijn huis uit­gezet en zo had Goos niets meer. Hij was ook niet meer welkom bij kap­per De Boer. Daar stond hij dus let­ter­lijk in zijn hemd. Goos is toen bij een kip­penslach­terij gaan werken in het dorp, geheel iets anders, Goos was dus niet te beroerd om te werken.

Zo kreeg hij ook een won­ing op de Kerk­straat in het dorp, hij heeft daar vele jaren gewoond. Goos kreeg ook weer werk bij een kap­per op de Zuid­dijk in Zaan­dam; dat was Jongh Visser. Geen kip­pen slachten meer maar zijn beroep uitoe­fe­nen bij deze kap­per. Dit heeft hij jaren gedaan.

kapperGoos1Maar Goos wilde toch wel een eigen kap­per­szaak hebben. Deze kwam op het Vis­ser­shop in Zaan­dam. Aan de Lin­de­laan kwam een winkel vrij, dit was eerst een kruide­niertje. Dit werd dus Goos zijn zaak. Goos had twee stoe­len staan om te knip­pen. Bij Goos ging het wel op afspraak, hij had ook nog wat klanten in ver­zorg­ing­shuizen. Als je bij Goos geknipt werd was je altijd bang dat hij je oren eraf zou knip­pen. Hij knipte namelijk met een schaar en kam. Gebruikte geen ton­deuse. Als hij je geknipt had kwam het grote scheer­mes te voorschijn om de boel net­jes af te werken. Moet zeggen dat ik bij hem wel eens dacht: het zal toch niet. Als je namelijk een mop vertelde ging dat hele lichaam van Goos te keer van het lachen. Toen ik een jaar of 17 was werkte ik in de slachtschuur waar Goos ook had gew­erkt. Gin­gen wij met zijn zessen een keer in de twee maan­den naar Goos op de vri­jda­gavond. Krat bier mee, en jen­ever. En Goos zorgde voor de rest. Bij het knip­pen moest je ervoor zor­gen dat je de eerste of tweede was, want daarna kon het wel eens mis gaan van de drank.

Zo leerde hij zijn vrouw Jopie ook knip­pen, die mocht zich dan uitleven op een van ons en Goos her­stelde dat dan wel weer als er wat te her­stellen was. Want de drank vloeide hevig maar het was wel gezel­lig. Na een jaar zei hij dat hij er geen tijd meer voor had. Dus niet meer op de vri­jda­gavond naar Goos. Hij kreeg het te druk. Ik bleef nog wel gaan naar Goos maar op de zater­dag. Goos kreeg namelijk veel werk van mensen die zich verkleed­den en er als vrouw uit wilden zien; hij deed dan het haar. Moet zeggen dat dat er goed uitzag. Zo wil het dat ik ook op het Hop kwam wonen, en gewoon naar kap­per Goos ging. Maar altijd bang als hij aan het knip­pen was voor de schaar die rakel­ings langs je oren ging.

Dit heb ik lang vol­ge­houden bij Goos, tot het een beetje gezel­lig werd als hij Jopie ging roepen. Hij deed dit met de bezem in de hoek waar je geknipt werd. Met andere woor­den: ‘het is al tien uur en ik heb nog geen koffie gehad’. Heb wel eens gedacht: het pla­fond komt nog wel eens naar bene­den. Als hij dit gedaan had zei Goos: ‘sorry hoor, ik heb nog geen koffie gehad en ben al bezig vanaf acht uur’. Geeft niet, Goos, je hebt ook recht op koffie en hij ging weer door. Maar op een gegeven ogen­blik ging het niet meer, werd er niet meer schoonge­maakt en ben ik wegge­gaan naar kap­per Leer­ling. Jaren heeft Goos nog op het Hop gewoond tot de nieuw­bouw kwam. Hij is wegge­gaan en heeft nooit meer een zaak gehad op het Hop.

Ik vond Goos een prima man, niet te beroerd om te werken. Als hij het erg krap had, ging hij nog wel eens een dag kip­pen slachten, daar kan ik wel respect voor hebben. Het was wel een gemis op het Vis­ser­shop. Helaas is Goos niet meer, hij kijkt nu op ons neer.

Joomla tem­plates by a4joomla